De trombone zal bij iedereen wel een belletje doen rinkelen. Het instrument dat ook wel eens ‘schuiftrompet’ wordt genoemd staat bekend om zijn grote uitschuifbare buis waarmee van noot naar noot kan worden gegleden (glissando). Het instrument is het veelzijdige, laag klinkende familielid van de trompet. Niet zo gek dus, dat trompettisten ook graag trombone willen kunnen bespelen. Alleen kan een trompettist niet uit de voeten met een schuif. Hij of zij heeft meer aan 'ventielen'.
Ventielen
Trompettisten zijn gewend te spelen met ventielen, drie knoppen bovenop het instrument die ingedrukt kunnen worden om meer tonen te bereiken. De trombone, Italiaans voor ‘grote trompet’ heeft geen ventielen maar een schuif om hetzelfde effect te bereiken. Vanaf het moment dat het instrument zijn weg vond in de grote symfonieorkesten, werd er gezocht naar manieren om spelen op een trombone makkelijker te maken. Een van die pogingen was de ventieltrombone: een instrument dat zo laag klinkt als een trombone, maar net als de trompet wordt bespeeld. Een nadeel: van toon naar toon glijden is onmogelijk met een ventiel.
Hoe werkt het?
Zoals bij alle koperblazers ontstaat de toon van de trombone door de trilling van de lippen in het mondstuk. Dit zorgt voor een geluidsgolf in de buis. De toonhoogte is afhankelijk van de lengte van de buis: hoe langer de buis, hoe lager de toon. Een normale trombone klinkt met de schuif in de verst uitgeschoven stand dus een stuk lager dan met de schuif in de meest ingeschoven stand. Ventielen zijn eigenlijk een soort omleidingen: ze sturen de lucht door een extra stukje buis waardoor de toon lager wordt. De dikte van de buis regelt hoe scherp de toon klinkt. Trombones hebben een relatief smalle buis en worden tot ‘scherp koper’ gerekend.
Boventonen
Lang voor de ventielen en schuiven in de 19e eeuw werden uitgevonden hadden koperblazers maar één (grond)toon tot hun beschikking. Maar door speciale blaastechniek is het mogelijk op deze instrumenten ook de boventonen die bij deze grondtoon horen te spelen. Een toon zoals wij die horen bestaat namelijk niet alleen uit de grondtoon, maar heeft allerlei hogere tonen die meeklinken en het instrument zijn klankkleur geven. De moderne ventielen en schuiven zorgen met hun extra stukjes buis dat de grondtoon lager kan worden gemaakt. Zo kan er weer een hele nieuwe reeks boventonen worden aangeboord.