Zelfportretten ken je van Rembrandt en van Van Gogh, maar de trompe l'oeil (Brievenbord) kun je eigenlijk ook beschouwen als zelfportret. In deze aflevering van Het geheim van de Meester Extra: Tussen linnen en vernis vertelt restaurator Michel van de Laar je alles over het zelfportret.
Het werk van Samuel van Hoogstraten is een stilleven, maar ook een zelfportret. Omdat hij aan de hand van alle persoonlijke spullen, zijn eigen verhaal vertelt. Een verhaal vertellen met een zelfportret werd en wordt nog steeds gedaan. Zo was in de 17e eeuw de zogeheten tronies heel populair. Dit waren anonieme portretten van vaak 'exotische' figuren. Een goed voorbeeld is het Meisje met de parel van Vermeer: het meisje draagt een Turkse hoofdtooi. In die tijd, toen men nog weinig met andere culturen in aanraking kwam, was een tronie heel bijzonder. Eindelijk zag je iemand die er niet net zo uitzag als jij.
Rembrandt de zelfportretmeester
Rembrandt was meester in zelfportretten. Hij gebruikte zijn eigen gezicht voor deze tronies, zo beeldde hij zichzelf af als soldaat, apostel paulus of als oosterse figuur. Het schilderen van zijn eigen gezicht was een studie-object. Hij gebruikte het voor het oefenen met donker- en lichtcontrasten.
De eerste BN'ers
Klanten wilden graag een portret van Rembrandt in huis hebben. Vanaf de 16e eeuw kregen kunstenaars steeds meer status, vertelt Michel, het werden dankzij de zelfportretten een soort BN'ers. Vanaf de 19e eeuw, werd de persoon en de ziel van de kunstenaar steeds meer het onderwerp van zo'n zelfportet, dat zien we veel in zelfportretten van de vorige eeuw, zoals in het werk van Charley Toorop.