Het grootste deel van de oorlog brengt Picasso door in Parijs, waar hij in de gaten wordt gehouden door de Duitsers. Hij ontmoet tijdens deze angstige jaren zijn nieuwe vrouw: de veertig jaar jongere rechtenstudent en kunstenaar Francoise Gilot.

Na de oorlog wordt Picasso als de verpersoonlijking van de bevrijding van Parijs gezien. Zijn huis wordt overspoeld door journalisten, fotografen en Amerikaanse soldaten. Hij kiest er dan ook voor om samen met Francoise steeds meer tijd in Zuid-Frankrijk door te brengen. Daar maakt hij begin jaren vijftig een aantal politiek getinte werken geinspireerd door en op verzoek van de communistische partij.

Het beste naoorlogse werk wordt echter geinspireerd door de gelukkige tijd die hij in Zuid-Frankrijk beleeft met Francoise en hun kinderen Claude en Paloma. De meerdere minaressen die hij er op nahoudt leidt er echter toe dat Francoise hem in 1953 verlaat. Jeroen Krabbé reist in het spoor van Picasso naar Royan, Vallauris Golfe-Juan en Antibes.

Deel dit artikel