Elke week verschijnt op avrotros.nl/musical een column van iemand uit de musicalwereld. Deze week schrijft Howard van Dodemont, die swing is in De Tweeling, de column.

Op een zonovergoten dag in augustus aan de Boelelaan in Amsterdam wordt mij gevraagd of men mij mag volgen voor het programma Bloed, Zweet en Spotlights. Als cover/swing van zes plekken zal ik meewerken in de nieuwe musical De Tweeling. Wanneer iemand door vakantie, ziekte of andere werkzaamheden uitvalt, zal ik zijn plek voor die avond overnemen. We doen dit met een team van vijf man. Waarom dan mij volgen? Danny, Melinda, Bart en Simone doen het zelfde werk, en naar ik vermoed met een veel groter gemak dan ik.

Ik stem toe en waar ik als cover/swing normaal in de schaduw opereer, staat nu in één keer een camera op mij gericht. Ik heb veel televisiewerk gedaan, maar bewoog mij altijd voort in het karakter en in situaties die een ander had gecreëerd. Het voelde beschermd. Ik was op een of andere manier niet verantwoordelijk voor mijn uitspraken en handelingen in dienst van een verhaal. En nu gaat het over mij. Ik word in de eerste persoon enkelvoud gevolgd.

Ik heb een haat liefde verhouding met zelfpresentatie. Ik houd er van om een verhaal te vertellen, een boodschap te verkondigen of iets dergelijks. Maar ik verbeeld mij dan graag alleen maar de sluis te zijn die de woorden doorgeeft. Nu gaat het over hoe ìk mijn werk doe, en ik wil me niet verschuilen achter mijn taak, maar juist de mens achter de taak laten zien. Anders heeft het geen zin. Ik neem de uitdaging aan. In alle vragen die de makers van het programma mij stellen wordt ik uitgedaagd na te denken over die bijzondere taak van swing/cover.

Heel langzaamaan ontspan ik mij gedurende het maakproces van zowel De Tweeling als de documentaire. Totdat op de avond van 24 september Kees Boot anderhalf uur voor de eerste try-out geveld wordt door een zweepslag en Ruud Weissman mij de opdracht geeft op te gaan. Ooit zei John Collins: jullie swings en covers zijn de backbone van de productie, en ik begin te begrijpen wat hij bedoelde. We moeten er zijn wanneer dat nodig is. 

Er moest in anderhalf uur veel gebeuren… maar het meest indrukwekkende voor mij waren de laatste minuten voor de voorstelling in de coulissen voor de eerste opkomst. Een moment van stilte, van concentratie, het meest private moment van een acteur. Met die camera van BZS achter mij aan voelde ik mij het middelpunt van deze avond. De swing/cover in de hoofdrol, de eerste cast zoals wij dat noemen. Ik denk aan al die andere swings, die ik in de loop van de jaren dat ik voor Stage Entertainment heb gewerkt, heb ontmoet en heb zien werken: mijn eigen directe collega’s in de Tweeling, maar ook bijvoorbeeld Marc Krone, Paul Donkers, Steven Roox….. .

Natuurlijk gaat het deze avond om mijn bijdrage aan De Tweeling, maar door de aanwezigheid van die camera’s wordt zichtbaar wat er zich in de catacomben van het theater nog meer afspeelt en wat normaliter niet voor het grote publiek zichtbaar is. Het gaat over ons, ik vertel het verhaal van de swing/cover. Dit idee en de aanwezigheid van de resident-director Karel geeft mij een vorm van bescherming. De aanvankelijke angst om uit de schaduw te treden maakt plaats voor het gevoel bevoorrecht te zijn deze avond deze functie te vervullen. Laat de camera maar draaien; het doek gaat op, het bloed stroomt waar het niet gaan kan en bezweet door de warmte van de spotlights presenteren wij de eerste try-out van De Tweeling.

Deel dit artikel