Elke week verschijnt op avrotros.nl/musical een column van iemand uit de musicalwereld. Deze week schrijft Zjon Smaal, die Tony speelt in The Bodyguard en bovendien te zien is in de docuserie Bloed, zweet en spotlights, de column.
Als een ware Barbie en Michael zaten we klaar om de cameraploeg te ontvangen. Huis opgeruimd, verse bloemen kek geschikt door het hele huis. Het is de maandag voor de première en we gaan vandaag hardlopen, een lekker ontbijt maken en naar het tuincentrum. Voor de camera.
En dat in een paar uur tijd.
Tijdens de repetities van The Bodyguard was er een team aanwezig dat filmde en gesprekken hield om uit te zoeken wie ze wilden volgen in de nieuwe reeks “ Bloed, zweet en...”. In het gesprek dat ik met ze had kwam naar voren dat ik voor The Bodyguard was gaan trainen en afvallen, dat bleek een interessante lijn. Ellen, die het research deed, wilde een keer bij ons thuis langskomen om eens te kijken of wij, want mijn man mocht ook mee in het proces, het leuk vonden om mee te werken en of we leuk genoeg wáren om gevolgd te worden. We serveerden haar een uitgebreide zelfgemaakte lunch met een goeie witte wijn.
We werden leuk bevonden en stapten in Bloed, zweet en SPOTLIGHTS.
Daar ging ik, in mijn korte hardloopbroekje, voor de camera. Op dat moment was ik 16,5 kilo kwijt, maar, natuurlijk, nog verre van slank, maar toch rende ik door de polder alsof ik Usain Bolt was. Met de camera van voren. Moet dat nou echt van voren? Ok, buik inhouden, recht lopen, voor de camera. Kijk ik nou in of naast de camera? Oh, ik mag er niet in kijken? Ok...
Niet te boos en moeilijk kijken voor de camera, een beetje zweet zou wel leuk zijn, zeker gezien de titel van het programma. Bloed hoeft niet perse.
Riep ik nou net echt "Beeeeh" tegen een schaap, voor de camera? Dat komt er vast in...
We zitten aan de ontbijttafel. En zijn onszelf. We eten heerlijke, net door mijn lief, voor de camera, gebakken eiermuffins van Donna Hay. We drinken een sapje, net vers door mijn lief geperst, voor de camera. Dat duurde eigenlijk allemaal wat te lang, voor de camera. Kant-en-klare havermout met een pakje Wicky was efficiënter geweest voor het draaischema, we moesten namelijk ook nog naar het tuincentrum, met de camera. Mijn lief wilde sowieso eigenlijk liever niet voor de camera, maar deed het voor mij. Daar zaten we te ontbijten, voor de camera. Toen de woorden kwamen...
"Zullen we jullie anders een gespreksonderwerp aandragen..."
We waren niet leuk genoeg, voor de camera. Wij, als onszelf, waren niet leuk genoeg. We aten, maar moesten praten. Voor de camera...
In de voorbereidende gesprekken wordt uitgezocht wat zo typerend is voor mij en ons. Wat doen wij bijvoorbeeld op onze vrije maandag? Hoe ontspannen we, in een drukke periode als een opstart voor de première. Dan gaan we naar het tuincentrum. Ja, echt.
Daar liepen we voor de derde keer het tuincentrum in, voor de camera. Er was namelijk de eerste 2 keer een probleem geweest, met de camera. We werden er steeds beter in, vonden we zelf. We werden beter in onszelf zijn, voor de camera. We hadden een erg vermakelijk, ook nog licht-grappig gesprek over “trio-violen”, helemaal spontaan uit onszelf. We waren in ons element en best een beetje trots op onszelf. Voor de camera!
Of we dat gesprek nog een keer spontaan opnieuw zouden kunnen doen, het geluid liep niet...
Heel stoer had ik gezegd dat ik wel auditie wilde doen, voor de camera. Bij The Lion King mocht dat uiteindelijk niet. Maar de auditie voor het Pretpakhuis van Jon van Eerd mocht wel vastgelegd worden, door de camera. En ineens was er niks aan de hand. Één van de meest zenuwslopende bezigheden in mijn leven, auditie doen, was peanuts, voor de camera.
En toen viel het kwartje.
In die auditie stond ik een rol te spelen voor de camera! Met tekst die Jon had geschreven. ik was dus even mezelf, maar het was geoorloofd dat ik een rol speelde.
In een gesprek met Maarten, de regisseur van de reeks, bleek inderdaad dat wij acteurs nogal moeite hebben om onszelf te zijn voor de camera. We zijn gewend een rol te spelen voor de camera en we denken teveel mee over wat leuk is voor de kijker en proberen dat dan te creëren. En daar gaat het dus mis, voor de camera.
Realiteit vastleggen op camera, zonder 24 uur per dag gevolgd te worden is dus onmogelijk. Nee, het is wel mogelijk, maar je moet het plannen. En dat voelt raar. Jouw leven voor de camera leven, op het moment dat de camera draait, niet eerder of later. Maar uiteindelijk, ik heb "mijn" aflevering inmiddels al mogen gezien, is het op tv gewoon realiteit. Je doet dingen niet impulsief, maar moet ze afspreken met het programma én je bent niet alleen, maar hebt steeds 3 à 4 mensen extra bij je. Aan de ontbijttafel, in het tuincentrum, in een auditie-ruimte, bij het hardlopen.
En ineens zie ik Barbie en Michael op de bank zitten.
Thuis, zonder Sterretje, zonder Matsu Matsu, maar vooral zonder camera.
Geen idee wat ze moeten doen, zonder camera.
Hun leven is ingericht op de camera, het is een tweede realiteit geworden. En ze zijn vast bang iets leuks te doen zonder camera. Zou Barbie überhaupt kinderen hebben genomen als er geen cameraploeg in huis was? Of andersom, was er nog een cameraploeg in huis geweest, als ze niet zwanger was geworden? Weet je nog wat je realiteit is, als je je leven leeft, voor de camera?
Ik denk van niet. Ik ben heel blij dat ik deel ben van deze reeks “Bloed, zweet,...”, maar ik ben ook heel blij dat we niet altijd leven voor de camera.
* Voor meer “Ook dat is Zjon Smaal”: volg hem op Instagram @zjonsmaal
Zjon Smaal is donderdag 5 mei te zien in Bloed, zweet en spotlights. 20:30 | NPO2