Met zijn vaak grofkorrelige straatbeelden groeide fotograaf Ed van der Elsken uit tot een icoon van de Nederlandse fotografie. Het feit dat hij mensen uit alle lagen van de bevolking en uit alle culturen vastlegde - ook jongeren en de minder fraaie kanten van het bestaan - was vernieuwend.
Als de dag van gisteren herinnert portretfotograaf Koos Breukel zich de eerste keer dat hij in aanraking kwam met de fotografie van Ed van der Elsken (1925-1990). Het ging om het boek Sweet Life (1966), over de wereldreis die Van der Elsken gedurende meer dan een jaar maakte. ‘Mijn broer en moeder waren veel met fotografie bezig, maar zelf wilde ik op dat moment nog oceanograaf worden’, vertelt Breukel. ‘In die tijd was ik nogal schuw, ik had niet de brutaliteit om mensen aan te spreken. Voor mij als puber was Sweet Life een eyeopener. Van der Elsken liet zien dat gewapend met een camera en een flinke dosis nieuwsgierigheid alle deuren voor je opengaan. Het werk had een bepaalde brutaliteit en vrijheid die me aansprak.’
Uitdagingen
Koos Breukel is niet de enige bekende fotograaf die is geïnspireerd door het werk van Van der Elsken. Met zijn vaak grofkorrelige straatbeelden groeide hij uit tot een icoon van de Nederlandse fotografie. Het feit dat hij mensen uit alle lagen van de bevolking vastlegde – ook jongeren en de minder fraaie kanten van het bestaan – was vernieuwend. Lust for Life laat zijn passie voor het leven in zijn totaliteit zien aan de hand van kleurenwerk. Het is de eerste grote overzichtstentoonstelling die specifiek dat deel van zijn oeuvre belicht.
Zijn werk had een bepaalde brutaliteit en vrijheid
‘Van der Elsken maakte foto’s in kleur voor zijn boeken en reisreportages voor bladen als Avenue, Revu en Margriet’, vertelt conservator Frits Gierstberg van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam. ‘Hij was iemand die heel spontaan werkte en mensen op straat uitdaagde iets van zichzelf te laten zien. Dat menselijke contact, die interactie tussen hem als fotograaf en zijn onderwerp, komt met name naar voren in zijn kleurenwerk. Hij maakte geen composities met bepaalde kleuren, al zit die er soms wel onopzettelijk in. Het ging hem primair om dat contact en de werkelijkheid. Zijn kleurenwerk oogt daardoor spontaner, realistischer. Zwart-wit schept een bepaalde afstand tot de wereld en is dramatischer. Kleur brengt de wereld juist dichterbij. Die directheid en echtheid streefde hij na.’
Dit artikel is verschenen in het zomernummer 2019 van MUZE, het gratis blad voor kunstleden van AVROTROS.
Grote schoonmaak
Het had weinig gescheeld of al dit materiaal was verloren gegaan. Twee jaar geleden ontdekte het Nederlands Fotomuseum dat de collectie kleurenbeeld van Van der Elsken was aangetast door schimmel. Na een grote crowdfundingactie konden 42.000 dia’s worden schoongemaakt. Dat maakt deze tentoonstelling extra bijzonder, vindt Gierstberg. ‘Hij toont het eerste grote overzicht van Van der Elskens kleurenwerk aan het publiek. En juist dat publiek heeft de grootschalige restauratie mede mogelijk gemaakt.’ Zo’n honderd foto’s worden uitvergroot en daarnaast zijn er pagina’s uit de originele boeken en een diashow te zien. ‘Dat is uniek, want op de beelden uit boeken en tijdschriften na, zijn er nooit eerder afdrukken van deze collectie gemaakt.’
Sterke uitspraken
Voor Breukel, die zijn inspirator vlak voor zijn dood nog fotografeerde, zijn vooral de boeken die Van der Elsken maakte van grote betekenis. ‘Daarin komt zijn fotografie het best tot zijn recht. Laatst zag ik bij de Rabobank die bekende kleurenfoto hangen van drie meisjes die oversteken op straat. Als je die los in een lijst aan de muur ziet hangen, klopt dat voor mijn gevoel niet. Met zijn boeken deed Van der Elsken sterke uitspraken over de wereld zoals hij die zag. Hij heeft die zelf ge-edit. Er zit een ritme, samenhang en een persoonlijk verhaal in. Dat kon hij heel goed.’ Toch blijft Van der Elskens zwart-witwerk voor Breukel altijd favoriet. ‘Zijn vroege fotografie vind ik weergaloos goed. Ik heb het idee dat hij zijn kleurenfoto’s meer afstemde op wat het publiek wilde, op de lezers van de bladen waarvoor hij voor werkte. In dat kleurenwerk zit voor mij minder poëzie.’
‘Voor Van der Elsken zelf was kleur echter heel belangrijk’, zegt Gierstberg. Dat blijkt alleen al uit het feit dat hij een van de eersten was die gebruikmaakte van de techniek. ‘Kranten en tijdschriften pasten kleurenfotografie pas eind jaren 60 toe en in de jaren 70 werd het echt gangbaar. Maar Van der Elsken publiceerde al kleurenfoto’s in de jaren 50, terwijl in die tijd eigenlijk alleen commerciële fotografen met kleur werkten, omdat het nog heel duur was. Daarin liep hij dus echt voorop.’