Vandaag precies 171 jaar geleden werd Paul Gauguin geboren in Parijs. Hij wordt als één van de grootste schilders van de 19e en 20ste eeuw gezien. Maar achter zijn meesterwerken, die nu honderden miljoenen euro’s per stuk waard zijn, schuilt een dramatisch levensverhaal. Het verhaal van een wereldreiziger die zijn hele leven op zoek is geweest naar vrijheid, erkenning en herkenning.
Jeugd in Peru
De Fransman Gauguin woonde in zijn vroege kindertijd in Peru. Zijn vader was journalist en had een aantal kritische artikelen geschreven die niet werden gewaardeerd. Onderweg naar Lima overleed Gauguins vader aan een hartaanval. Ondanks dat wordt de kleine jongen in zijn jeugd betoverd en geïnspireerd door de kleuren, de symbolen en de weelde. Maar ook zijn karakter werd beïnvloed door zijn tijd daar. Moeder Aline keert met Paul en zijn zus terug naar Parijs als Paul zeven jaar is.
Van degelijke beurshandelaar naar obsessieve kunstenaar
Paul voelt zich daar een buitenstaander en moeder Aline kan haar hoofd met moeite boven water houden. De rijke beurshandelaar en kunstverzamelaar Gustave Arosa werpt zich op als beschermheer, en na haar dood, als voogd van haar kinderen. Hij zorgt ervoor dat Gauguin aan het werk komt als -succesvolle- beurshandelaar en dat hij kennismaakt met impressionistische kunst en met kunstenaars als Pissarro en Cezanne. Ondertussen trouwt Gauguin met de Deense Mette, met wie hij vijf kinderen krijgt en het geluk lijkt hem toe te lachen. Maar schilderen wordt steeds meer een obsessie voor hem.
Gauguin werkt steeds minder aan de beurs en geniet van het schilderen. Van zijn slapende dochter Aline maakt hij het schilderij The Little One is Dreaming. Het is een bijzonder werk omdat hij haar droom erbij schildert. Het wordt zijn eerste echte 'Gauguin'. Hij is de eerste schilder die dromen en gedachtes zichtbaar maakte op zijn schilderijen.
Maar zo rooskleurig als zijn werken eruit zien, is de situatie niet - een typisch Gauguiniaans verschijnsel. Mette is niet blij met de uit de hand gelopen hobby van haar man. Na de beurscrash van 1882 zegt hij zelfs zijn werk op. Al snel volgen de financiële problemen. Mette vertrekt met hun vijf kinderen naar haar geboorteland Denemarken. Gauguin reist haar achterna, maar heeft daar geen succes. In juni 1885 keert hij met alleen zijn zoon Clovis terug naar Parijs. Clovis stalt hij in een internaat en de zomer van 1886 brengt Gauguin met geleend geld door in de kunstenaarskolonie Pont-Aven. Hij geniet van het primitieve leven en het schilderen en ontmoet onder andere zijn schildervriend Laval, met wie hij later naar Panama en Martinique zal gaan.
In Krabbé zoekt Gauguin gaat Jeroen Krabbé op zoek naar de meesterschilder
Ziek in Panama en Martinique
Gauguin vertrekt naar Panama om te schilderen bij het Panamakanaal project, waar hij zelf aandelen in heeft. Hij denkt dat in Panama veel rijke Fransen zitten die wel een portret willen hebben, gemaakt door hem of Laval, maar dat loopt toch niet zo goed als verwacht. Hij schrijft aan Mette dat hij als dagloner tussen de andere hardwerkende arbeiders het kanaal staat uit te graven. In werkelijkheid werkt hij waarschijnlijk als accountant.
Na de mislukte poging om in Panama met schilderen veel geld te verdienen, reizen Gauguin en Laval ziek en berooid door naar Martinique. Daar vestigt Gauguin zich in een hut en maakt een serie bijzondere werken van fruitdraagsters in de typische 'Gauguinstijl'. Op Martinique voelt Gauguin zich op zijn plek. Hij herkent het niet-westerse leven uit zijn jeugd in Lima. Maar de in Panama opgelopen ziektes dwingen Gauguin om het hervonden paradijs te verlaten.
Hij vertrekt met zeventien Martinique-werken naar Parijs. Hier ontmoet hij op een tentoonstelling Vincent van Gogh. Vincent wil zijn Martinique-werken zien en is direct weg van Gauguins werk. In het najaar van 1887 ruilt Van Gogh twee van zijn zonnebloemschilderijen voor een Martinique-schilderij. Ook Theo, de broer van Vincent, koopt twee werken. De levens en carrieres van Gauguin en Van Gogh zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar die ontmoeting in Parijs is het begin van een vriendschap tussen Gauguin en Vincent Van Gogh die dramatisch zal eindigen.
IK HEB HINK-STAP-SPRONGEN MOETEN MAKEN OM VAN HEM TE BLIJVEN HOUDEN
De vriendschap met van Gogh
Na Parijs vestigt Gauguin zich in het schildersdorp Pont-Aven in Bretagne, waar Gauguin zijn meesterwerk 'Vision after the sermon' schilderde. Het werk maakt van Gauguin de voorman van de symbolistische schilderkunst.
Theo, de broer van Vincent van Gogh, haalt Gauguin vervolgens over om naar Arles in Zuid-Frankrijk te gaan om daar met zijn broer Vincent samen te werken en wonen. Hier brengen ze twee maanden met elkaar door, Van Gogh als leerling van Gauguin als leraar. De maanden samen vormen een hoogtepunt in de moderne schilderkunst en tevens een dieptepunt in de verhouding tussen deze twee giganten. De karakters van Gauguin en Van Gogh botsen en Gauguin voelt zich gevangen; hij wordt min of meer betaald door Theo van Gogh om daar te blijven.
Eenmaal aangekomen in Parijs, maakt de kunstwereld hem daar allerlei verwijten. Hij zou degene zijn geweest die Van Gogh door heeft laten draaien, hem gek heeft gemaakt. Een gebeurtenis die bepalend blijft in de permanente zoektocht naar erkenning en herkenning van Gauguin. Hij heeft er genoeg van en maakt plannen voor zijn eigen schildersclub, ver weg: 'het atelier van de tropen'.
Zelfmoord van Van Gogh
Eerst komt Gauguin terecht in het niet-zo-tropische Le Pouldu in Bretagne. Hier werkt hij in 1890 samen met de Nederlandse schilder Meijer de Haan. Dit is de plek waar Gauguin hoort dat Vincent van Gogh een eind aan zijn leven heeft gemaakt. Het rakelt de dramatische samenwerking op. 'Hij is zich figuurlijk doodgeschrokken', zegt Jeroen Krabbé hierover. Gauguin en Van Gogh zaten altijd in hetzelfde schuitje en het feit dat Vincent daar vervolgens uitstapt, maakt Gauguin erg bang. Moet hij dat dan maar ook doen? Gauguin vertrekt hierop uit Frankrijk en gaat op zoek naar het primitieve leven in de verst gelegen Franse kolonie: Tahiti.
Als Gauguin aankomt in Papeete, de hoofdstad van Tahiti, blijkt het toch minder primitief dan verwacht. Teleurstellend voor Gauguin, want hij was juist zo ver gereisd om tussen de 'wilden' te leven. In plaats daarvan kwam hij op een plek terecht waar dankzij de kolonisatie vrij weinig meer over was van de lokale tradities en gebruiken.
Gauguin verlaat de stad en huurt een simpele hut in Mataiea. Hij maakt prachtige werken van Tahitiaanse vrouwen. Gauguin gaat op in de gemeenschap en trouwt met Tehemana, een 13-jarig Maori-meisje dat hij diverse keren portretteert, bijvoorbeeld in het zeer controversiële schilderij Spirit of the dead watching. Jeroen Krabbé worstelde tijdens het maken van de serie met dit gegeven.
Nooit meer terug naar Frankrijk
Maar het leven in de tropen eist zijn tol. In juli 1893 keert hij ziek en arm terug naar Parijs, met een enorme hoeveelheid meesterwerken. Daar krijgt hij een solotentoonstelling bij de beroemde kunsthandelaar Durand-Ruel. Gauguin schrijft dat het een groot succes is, maar of dat waar is, is de vraag. Behalve dat hij niks verkoopt (al beweert hij van wel) krijgt Gauguin het na zijn terugkeer in Frankrijk zwaar te verduren. Zijn ex-vrouw Mette wil niks met hem te maken hebben en hij wordt gezien als de foute vriend van de overleden Vincent van Gogh. Hij verlaat Frankrijk om nooit meer terug te keren en komt in 1895 aan in Tahiti.
De dood haalt hem in
Daar aangekomen wil Gauguin graag Tehamana, die hij jaren daarvoor had achtergelaten, weer graag zien. Maar de inmiddels hertrouwde Tehamana schrikt als ze hem ziet; hij heeft zweren over zijn hele lichaam en loopt moeizaam doordat zijn been is verbrijzeld tijdens een gevecht in Frankrijk. Ze wil niks van hem weten. Dan komt er snel een nieuwe vrouw in zijn leven, Pahura. Als zij zwanger raakt maakt hij een serie schilderijen over haar die een zeer dramatisch verhaal verbergen. Het kindje overlijdt namelijk. Als Gauguin niet lang daarna een brief krijgt van zijn vrouw Mette dat ook hun dochter Aline is overleden, wordt Gauguin ziek en zakt hij in een diepe depressie. Hij begint aan wat zijn laatste werk wordt, Where do we come from?, en doet een zelfmoordpoging.
Hij knapt wonder boven wonder op, wordt journalist en trekt van leer tegen het koloniaal gezag. Begin 1901 heeft hij -zoals hij dat bijna overal doet- zich bij vriend en vijand voorgoed onmogelijk gemaakt en neemt hij de boot naar de Marquesaseilanden. Op Hiva Oa wordt hij, juist vanwege zijn kritiek op het bewind, als een held ontvangen. Hij besluit om er te blijven wonen.
Het lijkt erop dat Gauguin zijn paradijs eindelijk heeft gevonden. De ziekte blijft aanvankelijk weg en hij viert het ene na het andere feest. Maar dan keert de ziekte, erger dan ooit, terug. Hij sterft op Hiva Oa op 8 mei 1903.
Alles voor de kunst
Paul Gauguin was een meesterschilder die zijn leven gaf voor het kunstenaarsschap. Hoewel hij verachtelijke dingen deed - grote leugens ophangen, een kindbruid trouwen en zijn gezin averwaarlozen - bracht juist dat hem op vele plekken in de wereld. Hij verliet zijn gezin, een goedbetaalde baan als beurshandelaar en de Westerse samenleving voor zijn kunstenaarschap. Maar uiteindelijk stierf hij alleen, doodziek en zonder geld, op een klein eilandje in de stille Zuidzee.