Op een industrieterrein in Amsterdam zit een kleine maar fijne studio. Letterlijk vier muren waar het blauw vanaf spat. Het is de studio van de jonge kunstenaar Eline Martherus.
‘Ik heb niet altijd geschilderd’, zegt Eline Matherus (1992) terwijl ze opkijkt naar een doek van vier meter hoog. ‘Ik heb textiel design gestudeerd aan het Amsterdam Fashion Institute. Tijdens mijn bachelor fine art begon ik stoffen indigo (een pigment met een uitgesproken blauwe kleur, red.) te verven in mijn moeders bad.’
Om de veelzijdigheid en vooral ook de duurzaamheid van indigo te laten zien, werd ze gevraagd voor een pop-up tentoonstelling in Londen. ‘Toen besloot ik aan te tonen dat het niet alleen geschikt is voor textiel, maar dat je het ook als verf kan gebruiken.’
Ze koos voor een ‘moederdoek’ van tien meter en verknipte dit tot een aantal kleinere werken. ‘Dit is altijd mijn werkwijze gebleven. Ik maak nog steeds één groot werk waar vervolgens meerdere kleine werken uit ontstaan.’
Instinctief
Met bezems, raggers en borstels creëert Martherus doeken vol beweging en gevoel. Ze werkt instinctief, zonder vooropgezet plan. Het resulteert in abstracte schilderijen die zijn opgebouwd uit energieke uitspattingen in allerlei tinten blauw.
In elk werk is het een verdwijnen en verschijnen van organische vormen die samen thema’s vormen. ‘Mensen hebben allemaal dezelfde blauwdruk. Dat idee is deels de reden dat ik alleen met indigo werk. Ik raak heel erg geïnspireerd door mensen en hun rol in de maatschappij.
Misschien vertaal ik het wat abstract, maar het gaat om de dynamiek tussen licht en donker. Om het verschijnen en verdwijnen van vormen en kleuren, net zoals dat met mensen en situaties het geval is.’
Dromen
Als antwoord op de vraag of ze als kunstenaar nog dromen heeft, vertelt ze over haar toekomstplannen. Een residentie in Sevilla om aan de slag te gaan met sculpturen van textiel. Een residentie in Afrika om van stenen zelf pigment te leren maken. En een residentie in Mexico.
Dat toont een droom om te blijven creëren in plaats van te exposeren. Ondanks dat het idee van haar werk in museum Voorlinden een grote glimlach op haar gezicht brengt, geloof ik haar volledig wanneer ze zegt: ‘Zolang ik de juiste mensen weet te bereiken, hoef ik nergens per se te hangen”.