Zondag 13 september is in Het Nieuwe Instituut het Tijdelijk Modemuseum geopend onder de artistieke leiding van Guus Beumer, tevens directeur van Het Nieuwe Instituut. AVROTROS sprak met Beumer over het nieuwe museum, dat modeclichés niet schuwt maar juist op een voetstuk zet: "De mode weet wie wij zijn!"

Tijdelijk Modemuseum

Het Tijdelijk Modemuseum - tot en met 8 mei 2016 te zien in het Nieuwe Instituut in Rotterdam – richt zich in tegenstelling tot andere modetentoonstellingen naast de ontwerpers en het productieproces juist op de gebruiker. Wij spraken Guus Beumer over zijn rol als directeur en over het nieuwe museum: "We zijn tegenwoordig op zoek naar andere waarde dan luxe alleen. Juist in een culturele omgeving als het museum kunnen dit soort vraagstukken het beste zichtbaar gemaakt worden."

Waarom nu pas een nationaal Modemuseum in Nederland?

Guus Beumer: "Ik denk vanwege de economische belangen die aan mode zijn verbonden. In Nederland ontbreekt een mode-industrie, we hebben alleen briljante ontwerpers. Dit is hét moment om een Modemuseum te openen omdat juist op dit moment de mode niet meer gaat over promotie en industrie. Er zijn allemaal actuele vraagstukken over onze verhouding tot ons eigen lichaam, zoals gendervraagstukken. Net als met voedsel zijn we met mode ook meer bezig met lokale industrieën. We zijn tegenwoordig op zoek naar andere waarde dan luxe alleen. Juist in een culturele omgeving als het museum kunnen dit soort vraagstukken het beste zichtbaar gemaakt worden, dat legitimeert ook waarom er publiek geld naartoe gaat. Wat ik leuk zou vinden is als dit modemuseum, en daarmee verschilt het van andere modemusea, niet gaat over de wijze waarop mode zichzelf wenst te representeren via de grote merken. Het gaat juist heel erg over ‘jou en mij’. Door juist nu weer culturele ruimte ter beschikking te stellen hoop ik dat ontwerpers weer de mogelijkheid krijgen om na te denken over hun positie en die van de consument."

Wanneer is volgens jou de 'proef' geslaagd en betekent dat dan dat er een permanent modemuseum komt?

GB: "Nou ik hoop het niet! Nee, het leuke van de mode is dat ze haar eigen geschiedenis echt uitvindt. Mode trekt het idee van heden, verleden, toekomst helemaal uit elkaar. Dus ja, wat doet een instituut dat eigenlijk alleen maar het verleden belicht, terwijl voor mode het verleden de actualiteit is? Het ultieme modemuseum is de modewinkel. Het enige wat daar ontbreekt is het gesprek, ik hoop dat het museum hieraan bijdraagt."

Waarom een modemuseum en geen modetentoonstelling?

GB: "Voor mij was de vraag hoe we mode en een museum over elkaar heen kunnen leggen heel belangrijk. Mode gaat op een hele speculatieve manier om met tijd terwijl een museum juist de tijd probeert vast te leggen en daarin hiërarchie aan te brengen. De mode en het museum zijn twee radicaal verschillende tijdmachines. Het leek mij juist leuk om niet zozeer na te denken over een toekomstig modemuseum, maar juist over onszelf. Mode geeft je de mogelijkheid om een andere verhouding tot het artefact te geven. Dat was dus voor mij de reden om te kiezen voor een museum in plaats van een tentoonstelling, je kunt zoveel interessantere vragen stellen: Hoe cultuur de belangrijke vragen van nu kan vertalen naar een groot publiek."

Hoe kan het dat in mode het verleden telkens weer gerecycled wordt, terwijl andere disciplines vaak afhankelijk zijn van technische innovatie?

GB: "De mode weet wie wij zijn. De mode heeft allerlei geheimen in zich over de consument. De mode weet dat de consument conservatief is, wij weten dat de consument zegt dat ie experiment wil, maar het absoluut niet wil. Het gaat over jouw lichaam, jouw zelfbeeld en daarin mogen maar hele kleine verschuivingen plaatsvinden."

Waarom is er in het modemuseum naast plek voor de ontwerper en het productieproces ook een rol voor de gebruiker?

GB: "De gebruiker is heel erg aan het nadenken over de waardes waar hij achter staat, bijvoorbeeld de waarde van innovatieve technologieën, of die van lokaal geproduceerde kleding. De mode is maar gevoelig voor één ding: de consument. Op het moment dat je de consument centraal stelt, dan weet je waar de mode van de toekomst over gaat. De mode is zich hier heel bewust van en weet heel goed waar ze wel en niet over moet praten. Mode weet heel goed dat ons geheugen is vervormd en speelt daarmee. Daarin verschillen we ideologisch van veel andere modemusea. Wij denken dat geschiedenis per definitie een niet op één manier te interpreteren is, de mode is hier een prachtig voorbeeld van."

Jullie leggen naast couture ook juist het accent op de dagelijkse mode?

GB: "Wij denken dat heel veel onzichtbaar blijft, wij denken dat heel veel vage noties als sfeer en tijdsgeest juist definitie behoeven. En dat juist culturele plekken als deze aandacht moeten hebben voor dit soort dingen. We moeten de scope veranderen, en niet beginnen bij de auteur, bij het merk of kledingstuk. Geen kunsthistorische benadering waar het kledingstuk centraal staat maar juist een sociologische benadering waarin de gebruiker van het kledingstuk centraal staat. Daar komt toch mijn achtergrond als sociaal wetenschapper naar voren. Ik hoop dat mensen de lichtheid van de mode en het museum durven te omarmen, ik kan niet wachten op een opa die op pumps maat 43 rondloopt!"

Het Tijdelijk Modemuseum

is van 13 september 2015 t/m 8 mei 2016 te zien in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam.

Deel dit artikel