Koning Willem-Alexander heeft afgelopen vrijdag de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst uitgereikt aan vier jonge kunstenaars. De aanmoedigingsprijs van 6500 euro werd uitgereikt in het Koninklijk Paleis in Amsterdam.
Grenzeloze schilderkunst
Zo’n 225 werken werden ingezonden waaruit de jury 24 werken nomineerden. De jury, onder leiding van museumdirecteur Benno Tempel, besliste uiteindelijk dat Rabi Koria, Joost Krijnen, Lennart Lahuis en Jouni Toni de aanmoedigingsprijs in ontvangst mochten nemen van koning Willem-Alexander. De jury concludeerde dat er naast traditionele olieverf meer geëxperimenteerd werd met andere materialen zoals bijenwas, glitters en gips. De koning prees de winnaars en benadrukte de waarde van wederzijdse culturele beïnvloeding. "De Nederlandse schilderkunst heeft vele culturen verrijkt, maar is ook schatplichtig aan vele culturen", aldus de koning. Dat schilderkunst niet bij de landgrens stopt, werd extra duidelijk doordat de Finse schilder Jouni Toni en Syrische schilder Rabi Koria allebei een prijs in ontvangst mochten nemen.
Aanmoedigingsprijs
De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst werd in 1871 in het leven geroepen door koning Willem III ter aanmoediging van jong schildertalent. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 6500 euro en werd eerder al uitgereikt door Koningin Emma, Wilhelmina, Juliana en Beatrix.
De winnende werken en schilderijen van de 20 genomineerden zijn t/m 15 november te zien in Paleis op de Dam, Amsterdam.