Donderdag 27 november moesten de kandidaten elk twee stukken dirigeren: een koorwerk en een symfonisch gedicht. Lees meer over de muziek!
Nadat Oscar Hammerstein in de vierde aflevering helaas de bok moest verlaten, waren er nog vier kandidaten over: Marlies Dekkers, Lucille Werner, Spike van Zoest en Carlo Boszhard. Deze week stond ze een lastige taak te wachten: ze moesten twee keer de bok op, èn ze moesten samenwerken met een koor! Naast de koorwerken moesten de kandidaten symfonische gedichten dirigeren: korte muziekstukken met veel afwisseling, een inspirerend achtergrondverhaal en spetterend vuurwerk.
Bekijk de vijfde aflevering van Maestro terug!
Beluister de muziek uit Maestro van deze week:
De muziekwerken toegelicht:
Symfonisch vuurwerk
Paul Dukas: De tovenaarsleerling (L'apprenti sorcier) - door Carlo Boszhard
De Franse componist Paul Abraham Dukas, goed bevriend met onder andere Georges Bizet en Claude Debussy, was erg perfectionistisch. Zo erg zelfs, dat bijna de helft van zijn werken door hem zelf vernietigd werden. Van het weinige werk dat is overgbleven, is 'L'apprenti sorcier' veruit de bekendste. Dit werk, gebaseerd op de ballade 'Der Zauberlehrling van Goethe', was volgens Dukas zelf "kostelijk humoristisch". Het verhaal gaat over een oude tovenaar en diens leerling. Als de leerling wordt gevraagd de werkplaats van de tovenaar schoon te maken, betovert hij zonder veel kennis van magie een bezemsteel en haalt daarmee heel wat ellende op zijn hals. In 1940 werd de Disney-film 'Fantasia' uitgebracht, gebaseerd op Goethes gedicht en Dukas' muziekwerk, waardoor de muziek wereldwijd bekend werd.
Gustav Holst: The Planets - door Spike
Het meest bekende werk van de Brit Gustav Theodore Holst is 'The Planets', een suite voor orkest. De eerste opvoering van de suite was in 1920. Het werk is geïnspireerd door de astrologische kijk op het planetenstelsel. Ondanks de populariteit was Holst niet zo blij met de orkestsuite: hij vond dat het de rest van zijn, volgens hem veel betere, werken overschaduwde. 'The Planets' is zevendelig en elk deel verwijst naar een planeet in ons zonnestelsel (op het moment van componeren waren er nog niet meer planeten bekend): Mars (The Bringer of War), Venus (The Bringer of Peace), Mercurius (The Winged Messenger), Jupiter (The Bringer of Jollity), Saturnus (The Bringer of Old Age), Uranus (The Magician) en Neptunus (The Mystic). In 2000 bestelde chef-dirigent Kent Nagano, van het Hallé Orchestra, bij de componist Colin Matthews een achtste deel voor de suite: Pluto (The Renewer). Dit werk werd niet erg serieus genomen door liefhebbers van Holst, en is maar enkele keren opgevoerd.
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski: Ouverture 1812 - door Lucille Werner
Voor de inwijding van de Christus Verlosserkathedraal in Moskou, gebouwd ter herinnering aan de Russische overwinning op het leger van Napoleon in 1812, componeerde Tsjaikovski in 1880 'Ouverture 1812'. De muziek verbeeldt de krijgsverwikkelingen van de strijd, inclusief de Marseillaise (het Franse volkslied) en het toenmalige Russische volkslied 'God, behoed de tsaar!'. In het werk speelt een carillon en klinken kanonschoten, twee redenen waarom het werk zo bekend is geworden. Tsjaikovski zelf vond het werk maar luidruchtig en liefdeloos, ondanks de wereldwijde populariteit.
George Gerschwin: An American in Paris - door Marlies Dekkers
De Amerikaanse George Gerschwin was gek op Parijs en de liefde voor de Franse hoofdstad inspireerde hem voor het orkestwerk 'An American In Paris'. De eerste uitvoering was in 1928 in de Carnegie Hall in New York. De muziek is erg bekend geworden door de gelijknamige filmmusical uit 1951, waarin Gene Kelly de hoofdrol vertolkte. De muziek vertelt een duidelijk verhaal: Gerschwin roept beelden en geluiden op van Parijs, geïnspireerd op zijn eigen bevindingen. Zo klinken er claxons, bluesthema's, bedrijvigheid op de boulevard en een emotioneel hoogtepunt, de 'cultuurshock' van de Amerikaan.
Koor
Mozart: Lacrimosa uit Requiem - door Carlo Boszhard
Het Requiem is de laatste compositie van de Oostenrijkse Mozart, die zelf slechts een onderdeel van het werk voltooide (de toonzetting van de teksten van de Missa Defunctorum, de dodenmis). Van andere delen werden alleen de vocale partijen uitgeschreven, maar niet het orkestwerk. De opdrachtgever van het Requiem is anoniem: dit brengt een zekere mysterie met het werk mee. Dat het werk uiteindelijk wel voltooid werd, kwam door Mozarts leerling en vriend Frans Xaver Süßmayr. Op aandringen van Mozarts weduwe Constanze Mozart voltooide hij het werk en dat betekent dat de compositie eigenlijk grotendeels op Süßmayrs naam zou moeten staan. Het is niet zeker, maar wel goed mogelijk dat in elk geval drie delen van het Requiem door Süßmayr zelf zijn gemaakt. Het Requiem bestaat uit veertien delen, waarvan de 'Lacrimosa Dies Ilja' het achtste deel is.
Giuseppe Verdi: Slavenkoor (Va pensiero) uit Nabucco - door Spike
Va, pensiero sull'ali dorate: Vlieg, gedachte, op gouden vleugels. In het Nederlands wordt dit werk aangeduid met de titel 'Slavenkoor'. Het lied komt uit de vierdelige opera Nabucco van de geliefde opera-componist Giuseppe Verdi, geschreven in 1842. De tekst werd geschreven door de Italiaanse librettist en componist Temistocle Solera en is hoogstwaarschijnlijk geïnspireerd op psalm 137, en werd het lijflief van de Italiaanse eenwording. Het is zelfs wel eens geopperd als Italiaans Volkslied, mede door de krachtige titel en teksten.
Georges Bizet: Mars en Koor, Acte 4 uit Carmen - door Lucille Werner
De vierdelige opera Carmen van de Franse Georges Bizet was in eerste instantie te uitdagend voor het publiek van het familietheater Opéra-Comique-theater. Hij moest onder andere de personages wijzigen; ze moesten meer 'conventioneler' zijn. Carmen was de eerste opera van het verisme (een vorm van realisme), een operagenre dat pas zo'n vijftien jaar later ontwikkelde. Na een succesvolle tour rond de wereld, kreeg de opera een mythische status. De eerste aria van het personage Carmen, de 'Habanera', is één van de bekendste uit het volledige operarepertoire. In elk land moest er wel iets aan Carmen worden aangepast: de plaatselijke conventies hadden altijd wel wat op te merken aan het verhaal. De oorspronkelijke opéra comique werd zeldzaam, maar wordt tegenwoordig weer steeds vaker gespeeld. De vierde akte van Carmen is de climax in de arena, en daarmee erg bombastisch mars.
> Beluister Carmen door het Residentie Orkest tijdens het Hofvijverconcert in 2009.
Georg Friedrich Händel: Hallelujah uit Messiah - door Marlies Dekkers
De officiële naam van de Messiah is: Messiah, an Oratorio. Het werk van Händel werd gecomponeerd in 1741 en een jaar later voor het eerst uitgevoerd. Het gehele werk duurt zo'n tweeënhalf uur en wordt voornamelijk gespeeld rondom de Kerstperiode. Händel begon pas met het componeren van oratoria (vocaal werk met geestelijke inhoud) toen hij vijftig was. Hij schreef Bijbelse en niet-Bijbelse werken, wat voornamelijk te zien is aan de onderwerpen; hij heeft ook werken geschreven over mythologische helden. Messiah is een anthem-oratorium, een Bijbelse vertelling met tekst uit het oude testament. Hallelujah, het laatste koorlied uit het tweede deel, is voor de meeste mensen het bekendste onderdeel van het oratorium.
Bent u geïnspireerd geraakt door de muziek en wilt u zelf ook leren dirigeren?
Volg dan de Maestro Masterclass!
Maestro, van 30 oktober tot en met 18 december iedere donderdagavond om 20.30 uur bij AVROTROS op NPO1.