Koning Willem-Alexander opent op vrijdag 20 juni de tentoonstelling ‘In all their glory’ in het paleis op de Dam. Speciaal voor deze expositie worden de Grote en Kleine Krijgsraadzalen eenmalig geopend voor een reünie van wereldberoemde schuttersstukken.
In de achttiende eeuw was het Koninklijk Paleis het stadhuis van Amsterdam. De Krijgsraadzalen van het gebouw waren bestemd voor de Amsterdamse schutterij, de burgerwacht die als taak had de orde te handhaven en mee te strijden in tijden van oorlog. In de Krijgsraadzalen hingen achttien schuttersstukken, imposante groepsportretten van de leden van een schuttersgilde.
Nachtwacht
Van alle schuttersstukken die in het paleis hingen is De Nachtwacht ongetwijfeld de bekendste. Dit werk kreeg in 1715 een plaats in de Kleine Krijgsraadzaal, waar het tussen twee deuren moest hangen. Voor die plaats was Rembrandts meesterwerk veel te groot, dus werden er ter plekke wat stroken vanaf gesneden om het passend te maken.
Reconstructie
Na de stadhuisperiode van het Koninklijk Paleis zijn de meeste schilderijen verkocht of uitgeleend aan musea. Maar nu, twee eeuwen later, wordt er een reconstructie gemaakt van de schuttersstukken die de wanden van de Krijgsraadzalen sierden.
Digitale animaties
In de Grote Krijgsraadzaal zal een zestal schilderijen, waaronder De Magere Compagnie van Frans Hals (1633-37) en Bartholomeus van der Helsts Schuttersmaaltijd (ca. 1648), op dezelfde plek worden teruggehangen. Het paleis ontvangt daarvoor een aantal bruiklenen van het Amsterdam Museum. De missende schilderijen zullen via digitale animaties te bewonderen zijn. In de Kleine Krijgsraadzaal zal, ook aan de hand van een animatie, het verhaal van het versnijden van De Nachtwacht worden uitgelicht.
De tentoonstelling ‘In all their glory’ is t/m 31 augustus te zien in het paleis op de Dam