Normaal is het depot een geheim deel van een museum waar alleen conservatoren komen. Zonde, vinden ze bij Boijmans Van Beuningen. Om het publiek toegang te geven tot het onzichtbare deel van de collectie, liet het Rotterdamse museum een magisch spiegelgebouw ontwerpen. Vanaf 6 november 2021 opent het depot voor publiek.
Het nieuwe Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam is een unicum in de wereld. Voor het eerst kan het publiek de kunstwerken bekijken die niet in het museum zelf worden tentoongesteld. Ook kunnen bezoekers alles te weten komen over het bewaren, verzorgen en restaureren van schilderijen en het verzamelen van kunst.
Het opvallende gebouw is mede mogelijk gemaakt door de schatrijke Rotterdamse familie Van der Vorm, die 15 miljoen euro investeerde. ‘Alsof een sprookje waarheid werd’, zegt Ina Klaassen, zakelijk directeur van Boijmans Van Beuningen. Net zo magisch is het gebouw zelf: door de spiegelende buitenkant gaat het komvormige pand van bijna 40 meter hoog bijna naadloos op in de omgeving.
Hoe is het idee voor een openbaar depot ontstaan?
‘In 2006 ontdekten we dat we een groot probleem hadden met onze opslagplaatsen. Ze waren overvol en voldeden niet meer aan de eisen van deze tijd. Toen het museumgebouw in 1935 werd gebouwd, waren er geen depots. Alle kunstwerken hingen op zaal. Omdat de collectie groeide, werden stapelplaatsen in het gebouw gecreëerd. Maar door toenemende problemen met grond- en hemelwater in Rotterdam overstroomden de kelders steeds vaker.
Er moest dus een oplossing komen voor de duizenden werken die liggen opgeslagen. Onze collectie is van grote culturele waarde en vertegenwoordigt een financiële waarde van 8 miljard euro. Een grote zwarte doos buiten de stad zou een goedkopere oplossing zijn geweest, maar we vonden dat het beter moest kunnen. Want in feite is deze enorme collectie van iedereen. Zo ontstond het idee voor het eerste publiek toegankelijke museumdepot.’
Dit artikel komt uit ons kunstmagazine MUZE? Wil je meer van dit soort artikelen lezen? Vraag dan een gratis proefexemplaar van MUZE aan.
Uit hoeveel kunstwerken bestaat jullie collectie?
‘We hebben zo’n 151.000 werken. Ongeveer 6 tot 8 procent van wat we hebben, hangt op zaal – zo’n 1200 topstukken – of is op reis. Dat is voor bijna elk museum het geval. We hebben met dit plan ingespeeld op internationale discussies die ontstonden over wat je nog meer kunt doen met die enorme collecties. Over hoe je nieuwe verhalen kunt vertellen.’
Wat is er straks te zien?
‘In principe is het hele gebouw toegankelijk. Het ene deel is vrij te bezoeken, het andere deel onder begeleiding van een gids. In vier restauratieateliers kun je zien hoe schilderijen en andere kunstwerken worden gerestaureerd en onderzocht. Ook is het mogelijk de restauratoren vragen te stellen. De kluizen zelf, waar zo’n 151.000 kunstwerken worden bewaard, zijn alleen te bezoeken met een gids in groepjes van maximaal twaalf.
Omdat het museum zelf vanwege renovatie nog zo’n zeven jaar gesloten is, zie je in het depot straks ook het beroemde schilderij 'De toren van Babel' van Pieter Bruegel de Oude, 'Titus aan de lezenaar' van Rembrandt van Rijn en tekeningen van Leonardo da Vinci. Maar ook foto’s, eeuwenoude theeserviezen en design.’
Het is dus eigenlijk een tweede museum?
‘Je zou inderdaad kunnen zeggen dat het een nieuw type museum is, waarbij het niet draait om kunsthistorische tentoonstellingen maar om de objecten zelf. Je ziet alles wat normaal achter gesloten deuren blijft: de machinekamer van het schip. We hopen met die praktische invalshoek de drempel om naar een museum te gaan te verlagen.
Er zijn best veel mensen die zich onzeker voelen omdat ze geen verstand van kunst hebben of het misschien te vaag vinden. Maar als je met iemand in gesprek raakt over een kunstwerk, blijkt vaak dat diegene wel geïnteresseerd is in hoe het schilderij is gemaakt, wat voor verf is gebruikt en of er een tekening onder zit of meteen op doek is geschilderd. Iemand denkt misschien: het schilderij bij mij boven de bank slaat geel uit. Hoe komt dat en wat kan ik eraan doen? Zulke vragen kun je hier straks stellen.’
Het depot wordt niet alleen een museum, maar ook een park.
‘Ja, op het dak komen tachtig meerstammige berken te staan. Een idee van architectenbureau MVRDV om waardevol groen terug te geven aan Rotterdam. Het deel van het oude park, waar nu het depot staat, tillen we als het ware op en plaatsen het boven op het gebouw. Daar komt ook een restaurant waar mensen overdag en ’s avonds kunnen eten.
Ook op een andere manier gaat het depot een relatie aan met de omgeving en de stad. Overdag zie je in het spiegelglas de stad weerspiegeld, maar ’s nachts gaat het gebouw op in het donker en is het alsof het er niet staat. Heel magisch. Daarom hebben we kunstenaars opdracht gegeven om de binnenkant net zo spectaculair te maken als de buitenkant. Het mag natuurlijk niet tegenvallen als je naar binnen gaat.’
Het depot Boijmans Van Beuningen opent op 6 november 2021 voor publiek.
Duik in de depots van andere Nederlandse musea
In het tv-programma Schatten uit de schaduw bezoekt kunsthistoricus Jan Six iedere week samen met een bevlogen conservator een museumdepot in Nederland en laat zich verrassen door de vele zeldzame stukken en unieke objecten die hier verborgen liggen.
Six neemt een kijkje in de depots van het Teylers Museum in Haarlem, het Centraal Museum in Utrecht, het Tropenmuseum in Amsterdam, het Frans Hals Museum in Haarlem, het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem en eindigt in het spiksplinternieuwe depot van het Boijmans Van Beuningen.