Elke week kunt u hier meer lezen over het verhaal achter een bekende, of juist voor het grote publiek onbekende, opera. Verrassend, verwarrend, emotioneel of bombastisch: opera kent vele vormen. Vorige week ging deze rubriek over een echte klassieker: Verdi’s ‘Il trovatore’. De opera van deze week, Francis Poulencs ‘Dialogues des Carmélites’, is ook een klassieker en wordt de meest succesvolle productie uit de geschiedenis van De Nationale Opera genoemd.

Bekijk de zesde aflevering van Bloed, zweet en aria's - De mensen van De Nationale Opera, waarin de opera 'Dialogues des Carmélites' terugkeert naar Amsterdam.

Geprezen voorstelling

De Nationale Opera speelt vanwege hun 50-jarige jubileum momenteel de opera 'Dialogues des Carmélites', van Francis Poulenc (1899-1963). De opera vertoont verschillen en overeenkomsten met hier eerder besproken opera’s. Net als in Il trovatore speelt het verhaal zich af ten tijde van oorlog. In tegenstelling tot het bombastische werk van Verdi, is Dialogues echter sober opgebouwd. Het heeft de abstractie van Alban Bergs Lulu, maar Poulencs muziek is veel toegankelijker en minder atonaal. Met Dialogues des Carmélites bewees Poulenc een serieuze operacomponist te zijn. Net als de eerste opvoering van Dialogues in Amsterdam, in 1997, staat de productie weer onder regie van de Canadese Robert Carsen. Deze voorstelling werd eerder uitzonderlijk goed ontvangen. Zoals Carsen toen aangaf: “De Dialogues heeft niets met een opera van Puccini of Verdi te maken. Deze opera gaat over abstracte zaken als Hoop, Angst, Dood, Toewijding, Martelaarschap, Geloof. Er zijn geen heftige tegenstellingen. De opera is, zoals de titel aangeeft, een dialoog.” Carsen heeft daarom in zijn sobere benadering alle overbodige aspecten uit het verhaal weggelaten, om de essentie er nog meer uit te laten springen: angst, met name voor de dood.

Dialogues des Carmélites

De hoofdpersoon in Dialogues des Carmélites is de aristocratische Blanche, dochter van de Markies. Het is de tijd van de Franse Revolutie en de straten van Parijs vullen zich met woedende opstandelingen. De staat biedt antwoord met grof geweld en terreur. Uit angst voor de harde buitenwereld zoekt Blanche bescherming in het klooster en meldt ze zich aan als lid van de orde der Karmelieten. Het leven met de nonnen biedt echter niet die veiligheid en wordt gedomineerd door de angst voor de dood. Blanche ontsnapt uit het klooster, terug naar haar huis. Op een dag weigeren de nonnen gehoor te geven aan de sommering vanuit het centrale gezag om hun levensstijl op te geven. Ze worden allemaal ter dood veroordeeld en naar het schavot gestuurd, waarop ze het Stabat Mater-koor inzetten. Plots voelt Blanche haar religieuze drang om zich bij haar ‘mede’-nonnen te voegen als martelares. Dan volgt de indrukwekkende slotscène, waarin bij elke slag van de guillotine één zingende stem minder te horen is, totdat Blanche als laatste zelf aan de beurt is.

Sally Matthews als Blanche in Dialogues des Carmélites

Francis Poulenc

Poulencs opera is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van 16 martelaressen die hun dood vonden op het schavot te Compiègne in 1794. De componist heeft ooit aangegeven zich deels te kunnen identificeren met Blanche. Poulencs vader was een succesvol zakenman en kwam uit een streng katholiek milieu; zijn moeder kwam juist uit een wereldlijk en artistiek milieu. Zodoende worstelde Poulenc tijdens zijn gehele leven met vragen over religie en over zijn openlijke homoseksualiteit. Ondanks dat had hij zich ten tijde van Dialogues wel opnieuw tot het katholicisme gekeerd. Ook zijn muziek balanceerde tussen het wereldlijke en het religieuze.

Traditionele klanken

Terwijl verschillende tijdgenoten, zoals Alban Berg, opera’s met een ‘nieuwe muzikale taal’ ontwikkelden, bleef Poulenc gebruik maken van traditionele harmonieën. Hij zou zich zelfs openlijk hebben geëxcuseerd voor deze zogenaamd ‘conservatieve’ harmonie. Dit is opmerkelijk; Poulencs muziek kende namelijk een wijdverspreide waardering. Bovendien koos hij bewust voor het gebruik van traditionele (‘tonale’) akkoorden met telkens een lichte toenemende dissonantie als symbool voor de angst; voor hoe de harde buitenwereld het heilige binnentreedt.

Francis Poulenc met de legendarischeRoemeense sopraan Virginia Zeani (Blanche), bij de premiére in 1957

Deel dit artikel