Elke week kunt u hier meer lezen over het verhaal achter een bekende, of juist voor het grote publiek onbekende, opera. Verrassend, verwarrend, emotioneel of bombastisch: opera kent vele vormen. Vorige week werd Der Rosenkavalier van Richard Strauss behandeld, de eerste opera die De Nederlandse Opera vijftig jaar geleden opvoerde. Deze week leest u meer over Verdi en een van zijn bekendste opera’s: Il trovatore. Deze opera kenmerkt samen met Rigoletto en La traviata, beiden ook van Verdi, een belangrijk keerpunt in de Italiaanse muziekcultuur.
Verdi: een opera-icoon
Toen Giuseppe Verdi (1813 - 1901) aan Il trovatore begon, had hij al 17 opera’s op zijn naam staan. Hoewel de meeste daarvan in vergetelheid zijn geraakt, had hij wel zijn naam gevestigd. Bij nieuwe producties van zijn hand had hij de theaters voor het uitkiezen. Verdi leek met zijn laatste opera, Rigoletto (1851), de perfecte aanpak hebben gevonden, gezien het ongekende succes daarvan. Na Rigoletto werd Verdi’s muziek complexer, grootschaliger en dramatischer. Deze ontwikkelingen volgden de trends van de romantiek zoals die bijvoorbeeld in Duitsland plaatsvonden. Waar er in Italië eeuwenlang een zeer autonome en toonaangevende muziekcultuur was geweest, werd nu voor het eerst ook ‘naar de buren gekeken’. Dit was ook nodig, want de Italiaanse opera was in verval geraakt ten opzichte van de moderne Duitse muziekstijl.
Wraak en liefde
Verdi paste zijn muziek aan volgens de romantische trends, maar ook de verhalen van de opera’s vertoonden soortgelijke ontwikkelingen: de teksten waren vaak heel extreem, met bizarre wendingen. Voor Il trovatore ging Verdi met een vergelijkbaar thema aan de slag als voor Rigoletto, alleen de hoofdrol was nu niet een politiek personage, maar een zigeunervrouw. Op z’n kortst samengevat gaat het in deze opera’s om de tegenstelling tussen wraakgevoelens en kinderlijke liefde. Il trovatore betekent ‘de Troubadour’. Troubadours waren middeleeuwse kunstenaars (voornamelijk zangers) in Occitanië, het zuidelijke deel van het toenmalige Franse taalgebied.
Typisch romantiek
Deze verheerlijking van de middeleeuwen was ook typisch voor de romantiek. Het verhaal van Il trovatore was daarnaast zeer dramatisch en ‘waanzinnig’: dat waanzinnige was tevens een veelvoorkomend element in romantische opera’s. Een dergelijke scène is te omschrijven als een ‘overwinning van het irrationele’, waarin de hoofdpersoon wordt gedreven door waanzin. Dat is ook zeker het geval in Il trovatore, waarin de hoofdpersoon, zigeunervrouw Azucena, in zo’n moment van waanzin haar eigen baby in het vuur gooit.
Links: graaf Di Luna (Simone Piazzola) en Azucena (Violeta Urmana) en rechts: Leonora (Carmen Giannattasio) en Manrico (Francesco Meli)
Het verhaal van Il trovatore
De belangrijkste rollen in Il trovatore zijn die van zigeunervrouw Azucena, de machtige graaf Di Luna, hofdame Leonora en troubadour Manrico. Manrico is de zoon van Azucena en minnaar van Leonora. Graaf Di Luna heeft een oogje op Leonora. Het verhaal begint met het vertellen van een eerdere gebeurtenis. Een zigeunerin was op de brandstapel gezet omdat ze het broertje van graaf Di Luna zou hebben behekst. De dag erop is het broertje van Luna opeens verdwenen en vinden ze een kinderlijkje.
Op een later moment vertelt Azucena tegen haar zoon Manrico in een soort waanzinscène het verhaal van haar moeder. Dat blijkt die vrouw te zijn die op de brandstapel eindigde, waarna Azucena haar moeder wou wreken en het broertje van de graaf in het vuur gooide. Zij onthult hier echter nog iets schrikbarends: ze gooide in staat van delirium juist haar eigen kind in de vlammen en voedt Manrico op als eigen zoon. Later probeert Luna tevergeefs zijn geliefde Leonora te ontvoeren. Tegelijkertijd is Azucena op zoek naar haar zoon en wordt ze gearresteerd door Luna’s manschappen. Langzaamaan komt de graaf Luna er dan achter dat Azucena achter de dood van zijn broertje zit, en dat zijzelf Manrico’s moeder is.
Manrico, die op het punt staat met Leonora te trouwen, hoort hiervan. Hij komt zijn moeder Azucena redden maar wordt door Luna gevangen genomen. Ook Leonora komt vervolgens naar het kasteel om haar minnaar vrij te smeken. In ruil daarvoor wil zij zichzelf aan de graaf geven, die daarmee akkoord gaat. Wat de graaf niet weet, is dat Leonora gif heeft ingenomen. Als ze Manrico komt vertellen dat hij vrij is, sterft ze in zijn armen. Luna merkt dit verraad op en begint gelijk aan Manrico’s executie. Diens moeder Azucena probeert het tevergeefs tegen te houden als de beul Manrico’s hoofd in zijn hand houdt. Azucena vertelt Luna dat hij zojuist zijn broer heeft vermoord. Met deze ontknopingen eindigt het verhaal.
De Nationale Opera
De versie van De Nationale Opera die dit najaar in de Stopera te zien was, stond onder leiding van artistiek directeur Alex Ollé: een begrip in de operawereld. In zijn versie speelt het verhaal zich niet af in de middeleeuwen, maar eerder in de Eerste Wereldoorlog, te zien aan de loopgraven op het podium (zie foto onderaan). Ook lijkt het decor een verwijzing naar het Holocaust-monument in Berlijn. Deze link met oorlog is te verklaren. Het eerdergenoemde aspect van waanzin is iets dat voor kan komen als men met de rug tegen de muur staat, typisch in oorlogssituaties; oorlogsdaden kunnen mensen tot waanzin brengen. Dit is in Verdi’s opera’s een terugkerend motief.
Operaregisseur Pierre Audi zei over deze opera: "Al heb je voor regie en muzikale leiding een dreamteam klaarstaan, deze opera staat of valt met een ijzersterk solistenkwartet." Dat solistenkwartet werd gevonden in mezzosopraan Violeta Urmana (de rol van Azucena), Simone Piazolla (de rol van Di Luna), Carmen Giannattasio (de rol van Leonora) en Francesco Meli (de rol van Manrico). Dit bleek een goede keus: de opera kreeg lovende reacties, van zowel critici als het publiek.
Het decor van Il trovatore