Mag je de foto’s van een ander beschilderen en er je eigen handtekening onder zetten? Dat was de grote vraag in de rechtsstrijd tussen Richard Prince en Patrick Cariou. Nu, na vijf jaar, is de zaak eindelijk tot een einde gekomen.
Fotograaf Patrick Cariou maakte in 2000 een fotoboek met foto’s van rastafari’s in de Jamaicaanse bergen. Kunstenaar Richard Prince vond dat wel interessant en besloot op zijn beurt om ongevraagd dertig van Carious foto’s te kopiëren. Vervolgens bewerkte hij een paar fotokopieën met verf, verknipte hij er een aantal, en maakte hij van weer andere collages. De ‘nieuwe’ kunstwerken verkocht Prince vervolgens voor veel geld als eigen werk.
Probleem was dat je nog heel duidelijk kon zien dat Richard Prince de foto’s van Patrick Cariou had gebruikt. Cariou zag dat ook en spande een rechtszaak aan tegen Prince vanwege het schenden van zijn auteursrecht.
Vorig jaar besloot de Amerikaanse rechtbank dat in ieder geval vijfentwintig van de dertig werken van Prince onder fair use vallen en dus wél onder zijn naam mogen worden verkocht. Want, werd er gezegd, bij de werken van Prince was voldoende sprake van toe-eigening en transformatie van de foto’s.
De overige vijf werken zouden nog nader worden onderzocht, maar nu zijn de twee kunstenaars samen tot een overeenkomst gekomen. Wat die overeenkomst precies inhoudt is niet bekend, maar de werken van Prince zullen in ieder geval niet worden vernietigd.
Terecht of onterecht; wat vindt u?