In de jaren '50 kwam er een generatie kunstenaars op die het pessimisme van de naoorlogse kunst helemaal zat was: de ZERO beweging. In het Stedelijk Museum in Amsterdam is momenteel een overzichtstentoonstelling van deze bijzondere stroming te zien.

ZERO

De radicale kunstbeweging ZERO werd in 1958 opgericht als Europese variant van Colorfield Painting. In Nederland maakte onder andere Armando en herman de vries onderdeel uit van de beweging. Deze kunstenaars probeerden zich los te maken van de heersende kunstopvattingen van hun tijd. Het pessimisme dat voortkwam uit de realiteit van de oorlog probeerde ze te bestrijden door kunst te maken die een nieuwe harmonie tussen mens, techniek, kunst en natuur toonde. De jonge kunstenaars wilde vooral kunst maken die paste bij de moderne tijd.

Manifestaties

Kunst uit de ZERO-beweging is veelal te herkennen aan monochrome, felle kleuren als rood, geel, blauw, zwart en goud. Ook maakte de kunstenaars veel gebruik van alledaagse voorwerpen zoals spijkers, watten en veren. Naast beeldende kunst en fotografie hielden veel ZERO-kunstenaars zich ook bezig met performances en manifestaties, waarbij deelname van het publiek cruciaal was.

Stedelijk Museum

Sinds het ontstaan van de ZERO-beweging speelt het Stedelijk Museum in Amsterdam een belangrijke rol in hun bestaan. Het museum gaf de provocerende stroming al in hun beginjaren een podium om de radicale kunst die ze produceerde te tonen. Dit in tegenstelling tot veel andere musea die zich van de stroming distantieerden.

Zero: Let Us Explore the Stars

is nog t/m 8 november 2015 te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Kijk de Kunstuur-uitzending over ZERO kunstenaar herman de vries.

Kijk Hollandse Meesters over ZERO Kunstenaar Armando.

Deel dit artikel