Carnaval associëren we in Nederland vooral met verkleden, bier drinken en de polonaise. Maar het uitzinnige feest heeft een rijke geschiedenis. Ook in de kunst duikt het regelmatig op. Bijvoorbeeld bij Pieter Bruegel.
Vasten versus overvloed
Pieter Bruegel de Oude (ca. 1527-1569) is vooral bekend om zijn schilderijen van het boerenleven en zijn allegoriën (een symbolische weergave van een abstract begrip). In 1559 schilderde hij het allegorische werk Gevecht tussen Vasten en Vastenavond, oftewel het gevecht tussen de vastentijd en carnaval. Gematigheid versus overvloed. Nu kennen we carnaval vooral als feestweek onder de rivieren en heeft het niet zoveel meer te maken met het katholicisme. Maar vroeger was carnaval veel meer ingebed in het geloof. Het werd gevierd vlak voor de 40 dagen vasten voor Pasen. Even alle remmen los, voordat de tijd van soberheid en gematigdheid inging.
Carnaval versus Vasten
Breugel heeft de allegorie uitgewerkt als een gevecht, dat vooraan het schilderij te zien is. Een potsierlijke vertoning van een dronken man (Carnaval) met als wapen een stuk vlees tegenover een non (Vasten) die de kerk verdedigt met vissen op een roeispaan gespijkerd. Het tafereel is een parodie op het laatmiddeleeuwse steekspel. Maar het contrast strekt zich nog verder uit over het schilderij. Met enerzijds de herberg, met zijn goddeloze drinkers en anderzijds de kerk vol vrome gelovigen. Links zie je mensen feestvieren, drinken, gokken en vrijen, al dan niet verkleed, en rechts zie je brave lieden die vroomheid, naastenliefde en boetedoening in de praktijk brengen.
Vele figuren
Gevecht tussen Vasten en Vastenavond is een schilderij waar je lang naar kunt kijken door de vele figuren die er op staan. Overal gebeurt iets! Deze rijkdom aan details is typerend voor het werk van Bruegel en heeft de Duitse benaming Wimmelbilder gekregen (afbeelding vol gewemel). Het doet ook denken aan de schaatstaferelen van Hendrick Avercamp en de verontrustende schilderijen van Jeroen Bosch.