Nederlanders praten over weinig zo veel als over het weer. Dag in dag uit houdt het onze gemoederen bezig. Ook schilders zijn gek op het Nederlandse weer. Van de strenge winters tot avondrode zomers. In de uitgebreide tentoonstelling Weer en wind in Museum Singer Laren reis je langs vier eeuwen extreem weer in Nederland. Met werk van o.a. Avercamp, Willink, Sluijters en Breitner. Te zien tot en met 5 januari 2020!
Storm, sneeuw, regen, zon
De tentoonstelling leidt je langs verschillende weersomstandigheden. Het begint bij storm en regen, wat zich voornamelijk vertaalt naar woeste zeeën en schipbreuken. Het extreme weer trekt verder naar de tweede zaal die gewijd is aan de strenge winters tussen 1550 en 1700, ook wel de ‘Kleine IJstijd’ genoemd. Stille sneeuwlandschappen, vrieskou en schaatspret vullen de ijsblauwe wanden. Een zaal verder breekt de zon door met kleurrijk expressionisme en warmen zonnige velden en vrolijke pleinen je weer op.
Avercamp tot Willink
Het oudste werk in Singer Laren is Kruiend ijs bij Delfshaven van Cornelis Jacobsz van Culemborch uit 1565. Het nieuwste werk is een monumentaal, abstract ijslandschap van Robert Zandvliet uit 2018. Daartussen komt elk weertype aan bod in een scala aan kunststijlen. Van Avercamps anekdotische ijsgezichten tot de dreigende luchten van Willinks realisme. 'Weer en wind' is een rijke tentoonstelling met een hoog nostalgiegehalte!
Gedichten
‘Men zou wel schilder willen zijn/ om dit gebrek aan kleur/ op linnen te bewaren.’ Deze zin uit het gedicht De winterschilder van J. Eijkelboom is te lezen naast een sneeuwlandschap. Niet alleen schilders houden van het weer, ook voor dichters is het een onuitputtelijke bron van inspiratie. Daarom staan er op de muren citaten uit Weer en wind – 100 gedichten en 100 gezichten, die naadloos aansluiten bij de sfeer van zalen. Bij de storm- en regenschilderijen is bijvoorbeeld dit citaat van Vicky Franken te lezen: ‘het had nog nooit zo geregend als nu/ het regende en regende en hield maar niet op met regenen/ en dat was geen woord teveel gezegd’.