Wat is de Olympische Droom van Glenn de Blois? Wilfried de Jong zit zwijgend op zijn bedrand en droomt mee.

Er was eens een beer van een kerel. Hij leek wel een prins. Hij woonde in een glazen stad in het westen, vlakbij zee. Veel geld had hij niet, wel een enorme bos krullen, zo lang en zo sterk dat kleine kinderen eraan wilden hangen om te kunnen slingeren.

Zijn ouders gaven hem een deftige naam: Glenn de Bloois. Dat klonk sjiek. Iedereen dacht dat hij rijk was. Maar zijn ouders moesten de eindjes aan elkaar knopen. 

Glenn moest hard werken voor de kost: hij bakte pizza’s, gaf surflessen op het strand, hij bouwde kassen, kluste met metaal. 

Door al het werk was Glenn oersterk geworden. Kijk naar die bovenarmen, die torso, die nek. 

In zijn vrije tijd deed hij al aan snowboarden. Hij wilde naar de top. Op zijn veertiende stapte hij het bondsgebouw binnen en zei: Goeiedag, ik ben Glenn, ik wil naar de Spelen.

Er werd geld vrijgemaakt, nu kon hij gaan trainen op sneeuwbanen in het buitenland. Sterker en groter werd Glenn. Hij hoefde zijn board zelf niet meer te waxen, het wérd voor hem gedaan. En hij ging crossen winnen. 

Moeder was zo trots op haar sneeuwprins; ze liet haar gouden ring om smelten tot een snowboardje en hing het geluksieraad tussen zijn stoere borsthaar. 

Glenn plaatste zich voor Peking. Hij kneep zijn moeder bijna fijn van geluk en zei: Goeiendag, , ik ga naar de spelen. Het is echt waar!

Olympische Dromen, woensdag 2 februari 2022 om 22.10 uur op NPO 2.

Olympische Dromen terugkijken

Deel dit artikel