Verhalen vertellen, beelden maken, vogels kijken. Drie rode draden uit het leven van tv-maker en fotograaf Ruben Terlou komen samen in zijn rubriek voor het tv-programma Opium op Oerol. ‘Een vliegende albatros geeft me een intens geluksgevoel.’
Voor zijn bejubelde serie Chinese dromen was documentairemaker en fotograaf Ruben Terlou vorig jaar in Taiwan. Na de opnames had hij een week voor zichzelf voordat zijn vakantie met zijn vriendin en dochter begon. Ruben ging zeevogels kijken. Met een bevriende Japanse vogelexpert dobberde hij zes dagen op zee, ten zuidoosten van Japan.
‘Ik stond van zonsopgang tot zonsondergang op het dek. Wanneer ik een albatros zie vliegen, kan ik wel huilen. Dat geeft mij zo’n intens geluksgevoel.’ Het mag duidelijk zijn: Ruben is een fervent vogelaar. Zijn hobby vormt de basis voor zijn dagelijkse bijdrage aan het tv-programma Opium op Oerol, dat Cornald Maas jaarlijks presenteert over het kunst-, muziek- en theaterfestival Oerol op Terschelling.
Wat ga je precies voor Opium op Oerol doen?
‘Ik maak elke aflevering een beeldcolumn, waarin ik iets vertel over vogels. De vorm varieert. Het kan zijn dat ik een foto van een vogel maak en die bespreek. Misschien bezoek ik een meeuwenkolonie op de Boschplaat en duid ik het gedrag van de vogels. Of ik zou het verhaal van één trekvogel kunnen vertellen. Sommigen dragen unieke ringen met een code die je met een telescoop kunt lezen. Met die code kun je achterhalen waar die vogel allemaal is geweest.’
Wanneer begon jouw liefde voor vogels?
‘Vanuit de buggy wees ik al continu naar vogels. Later zat ik op de vrije school in de Bilt en fi etste ik van ons huis in Utrecht heen en weer door de polder. Mijn verrekijker ging altijd mee en onderweg keek ik naar vogels. Ik zat ook bij de Vogelwacht en ging elke weekend op excursie, maar in de puberteit begon ik me daar een beetje voor te schamen. Vogels kijken was natuurlijk niet zo cool. Dus begon ik ze te fotograferen. Uiteindelijk ben ik documentairefotograaf geworden, maar vogels zijn altijd onderdeel van mijn identiteit gebleven. Hun vrijheid en grenzeloosheid spreken me erg aan. Ze hebben de mogelijkheid om zelf te bepalen wanneer ze hun vleugels uitslaan.’
Identificeer je je daarmee?
‘Absoluut. Ik vind het lastig om in een keurslijf te zitten en heb altijd mijn eigen pad gekozen. Zo ben ik na het vwo op mijn negentiende naar China vertrokken. Ik wilde daar documentairefotograaf worden. Leek me geweldig: reizen, vrijheid ervaren. Maar ik redde het niet. Als fotograaf was ik zakelijk niet succesvol genoeg. Na twee jaar gaf ik het op en kwam terug naar Nederland. Nadat ik werd afgewezen voor de kunstacademie, ben ik geneeskunde gaan studeren.’
Wanneer voelde je je als fotograaf voor het eerst serieus genomen?
‘Tijdens mijn geneeskundestudie. Het eerste jaar haalde alleen maar tienen. Ik dacht: dit red ik ook wel met minder studie-uren. Ik pakte mijn oude droom van reizen en fotograferen op en ging een aantal maanden naar China. Daarna reisde ik veel naar het Midden-Oosten en Afghanistan. Ik zorgde steeds dat ik net op tijd terug was voor mijn tentamens. Met mijn fotoserie over Afghanistan uit 2008 viel ik voor het eerst in de prijzen bij de Zilveren Camera. Dat was een duidelijke erkenning.’
Wat maakt jouw foto’s onderscheidend?
‘In Afghanistan heb ik mijn eigen beeldtaal ontwikkeld. Ik vind het mooi als een beeld meer vertelt dan wat je op de foto ziet. Ik zoek altijd naar metaforen. Het vastleggen van de actualiteit heb ik nooit zo interessant gevonden. Ik wil meer dan een gebeurtenis laten zien.’
Zoals wat?
‘In Afghanistan lag mijn focus op het lijden van de gewone bevolking in confl ictgebieden. En met mijn werk in China wilde ik laten zien hoe individuen worden opgeslokt in de massaliteit van de verstedelijking en het systeem. Dat soort thema’s vind ik boeiend.’
Hun vrijheid en grenzeloosheid spreken me erg aan
Wat zijn jouw grootste kwaliteiten als fotograaf en documentairemaker?
‘Dat ik goed contact kan maken met mensen. En dat ik me ervan bewust ben hoe één enkel verhaal symbool kan staan voor een grotere context. Daarvoor is het belangrijk dat ik dicht bij mensen kan komen en het herken als iemand een verhaal heeft dat iets zegt over een grotere maatschappelijke ontwikkeling.’
Is het verhaal belangrijker dan de esthetiek?
‘Eigenlijk wel. Mijn foto’s gaat in eerste instantie niet over de vorm; die staat in dienst van het verhaal. Dat verhaal kan hem in één foto zitten. Juíst een foto! Ik heb er altijd moeite mee gehad: journalistieke series waarbij je met twintig beelden een verhaal vertelt. Ik geloof meer in een schilderij. Een beeld moet op zichzelf kunnen staan.’
Ruben Terlou presenteerde drie documentaireseries over hedendaags China: Langs de oevers van de Yangtze, Door het hart van China en Chinese dromen. Ruben werkt aan een nieuwe serie over hoe Chinezen zich in andere landen manifesteren. Ruben won meerdere prijzen bij de Zilveren Camera voor zijn fotoseries over Afghanistan en China. Langs de oevers van de Yangtze werd genomineerd voor de Zilveren Nipkowschijf.
Terug naar Oerol. Kun je met één foto van een vogel ook een verhaal vertellen?
‘Dat is de uitdaging. Natuurfotografi e is moeilijk. Een foto kan esthetisch interessant zijn, maar aan vogels vind ik juist ook hun gedrag zo mooi. Zoals van een grutto die doet alsof ze gewond is om de aandacht af te leiden ter bescherming van haar jongen. Zoiets moet je zien te vangen in beeld en daar heb je veel geduld voor nodig. Ik vind het spannend of me dat in die week gaat lukken. Gelukkig weet ik precies waar ik moet zijn, want ik ken het eiland op mijn duimpje. Ik ben sinds mijn jeugd heel vaak op Terschelling geweest, soms twee keer per jaar.’
Als gevolg van het coronavirus zal het Oerolfestival dit jaar niet zijn wat de bezoeker is gewend. Het evenement vindt in zeer afgeslankte vorm wél doorgang, maar gedeeltelijk op digitale wijze. Er zijn geen theater- en muziekvoorstellingen in aanwezigheid van Oerol-publiek. Opium op Oerol is van 15 t/m 19 juni om 19.15 uur op NPO 2 te zien.
Dit artikel komt uit MUZE - het magazine voor kunstleden van AVROTROS.