Woensdag 24 november 2021 vanuit Het Noordbrabants Museum: krijgt Emiel Aardewerk een 'vroege' vogel aan tafel. Taxeert Rob Driessen een status symbool met snelheidsvrees en wil Robert Aronson de service à la Française in ere herstellen.
- Maker: Geffert Willemsen
- Herkomst: Den Bosch
- Datering: 1512-1513
- Materiaal: zilver
- Afmetingen: 12 bij 17 cm (de vogel)
Deze koningsvogel is in het bezit van het Sint Joris-Sint Barbara-gilde uit Maarheeze. Om de drie jaar krijgt het gilde, dat op dit moment 60 leden telt, een nieuwe koning. Wie dat wordt, wordt bepaald door een schietwedstrijd. Om de beurt schieten de leden op een blok hout en wie het laatste stukje van het blok raakt, is de nieuwe koning. Bij officiële gelegenheden draagt hij de koningsvogel om de nek. Elke koning laat dan zelf een eigen medaillon maken dat onder de koningsvogel hangt. De medaillons van alle koningen zijn nog in bezit van het gilde.
Expert Emiel Aardewerk: 'Elke stad had zijn eigen schuttersgilde en dat kun je vergelijken met wat de politie of de ME nu is. Zou er bijvoorbeeld in die tijd een coronademonstratie zijn, dan gaat het schuttersgilde erop af. Het doel was om de orde te handhaven, de stad te beschutten. Je had verschillende soorten gildes, ingedeeld naar de wapens die ze gebruikten, zoals bijvoorbeeld de voetboog of de handboog. Schutters voelden zich vaak heel wat, lieten zichzelf ook regelmatig portretteren. Leden deden mee aan het koningsschieten, wat gelijk een test was of ze konden schieten.
16e eeuws zilver kom je in Nederland bijna niet meer tegen. De snavel en de halsband zijn verguld. Deze vogel is een beetje gedeukt en er is een stukje van de kroon afgebroken. Vooral uit Den Bosch zijn er nog een aantal koningsvogels bekend, maar het bijzondere aan deze is dat de vogel heel oud is. Dat kom je bijna niet meer tegen. Den Bosch was katholiek en bijna al het zilver werd in die tijd gemaakt voor de kerk en maar weinig voor de burgers.
Het is lastig om de waarde te bepalen, omdat deze vogels nooit op de markt komen omdat ze horen bij het gilde'.
De toegekende waarde is 50.000 euro
- Voorstelling: gevleugelde nimf met handen voor haar ogen
- Maker: Gustave Poitvin
- Herkomst: Frankrijk
- Datering: ca. 1920/1930
- Materiaal: verzilverd brons
- Afmetingen: 12 cm hoog, 17 cm breed
Dit beeldje is van de vader van meneer geweest, waarschijnlijk kreeg die het voor schilderwerkzaamheden want hij had niet veel geld. Het staat nu bij meneer op de piano.
Expert Rob Driessen vertelt dat dit een mooi voorbeeld is van pronkzucht. Het was bedoeld voor dure auto’s die men extra opvallend kon maken met een eigen ornament. Nog meer dan nu was een automobiel destijds een statussymbool. En zeer modieus, zeker toen vrouwen vaker zelf gingen autorijden. Het chique modehuis Hermès leverde koffers voor achter op de auto, handschoenen voor de bestuurster en zelfs ornamenten voor op de radiateur. De rijken reisden in stijl. In de Hermes catalogus van 1925 is dit beeldje van Poitvin afgebeeld, samen met nog andere beeldjes die hij ontwierp.
Heel beroemd is het radiateur ornament van Rolls Royce: the ‘spirit of ecstasy’, een gevleugelde vrouwenfiguur die voorover buigt tegen de wind in. Dit beeldje van Gustave Poitvin is duidelijk een knipoog naar Rolls Royce - hier doet de gevleugelde nymf de handen voor haar ogen, alsof ze bang is voor de snelheid! De titel zegt genoeg: ‘Vertige de la Vitesse’ betekent snelheidsvrees. Het hoort niet bij een specifiek automerk, maar is zeer geliefd bij verzamelaars.
De toegekende waarde is 4.000 euro
- Voorstelling: florale motieven
- Maker: Anthony Pennis
- Herkomst: Delft
- Datering: 1750-1782 (zilver rond 1840)
- Materiaal: aardewerk
- Afmetingen: 19 cm hoog, 19 cm breed, 10 cm diep
Mevrouw kreeg dit olie- en azijnstel via een erfenis. Ze heeft het nu zo’n 15 jaar. Ze houdt niet zo van Delfts Blauw maar vindt dit toch erg mooi, het staat in de vitrinekast.
Expert Robert Aronson vertelt dat het merk dat onderop staat, AP, van Anthony Pennis is. Hij was in het midden van de achttiende eeuw manager en eigenaar van de aardewerkfabriek De Twee Scheepjes.
Rond 1730 kwam er in Nederland een nieuwe manier van eten, overgewaaid uit Frankrijk: service à la Française. Het eten werd niet langer op het bord uitgeserveerd (service a la Russe), maar de tafel werd gedekt met allerlei bakjes en schalen en bestond uit meerdere gangen. Men bracht toen de salade op smaak met olie en azijn uit dit soort stellen.
Het is heel elegant, en zo’n honderd jaar nadat het gemaakt is nog steeds zo geliefd dat men er, toen er een oor was afgebroken, zilver aanzette zodat het toch nog bruikbaar bleef.
De toegekende waarde is 6.500 euro
Uitzending woensdag 24 november 2021
Kijk terug op NPO Start