Woensdag 17 februari 2021 vanuit Museum MORE: duikt Jaap Polak in de wereld van de koppensnellers, is Martijn Akkerman verguld met een Russisch juweel, vertelt Emiel Aardewerk alles over drankspelletjes en laat Willem de Winter zijn oog vallen op een bijzondere prent.
- Maker: Shuar stam
- Herkomst: Oost Ecuador, Amazone gebied
- Datering: rond 1930
- Materiaal: varkenshuid
- Afmetingen: 12 cm. hoog en 6 cm. breed
Dit kopje staat in het familiehuis van meneer, een buitenplaats waar de hele familie vaak komt. Als kind vond hij het vrij luguber, het is ook verhuisd naar de bovenverdieping omdat niet de hele familie er dol op was om tijdens het ontbijt naar dit mensenhoofd te kijken.
Zijn grootvader heeft het gekocht in Peru, tijdens een reis door Zuid-Amerika in 1936. Toen zijn gids lag te slapen, werd het hem aangeboden door iemand die uit een hutje kwam. Het werd als trofee gezien door de mens die deze persoon ‘gesneld’ had...
Expert Jaap Polak vertelt dat de koppensnellers deze mensenhoofden gebruikten voor een ritueel, het bundelt de kracht van de krijger. De Shuar stam is door de Spanjaarden nooit bereikt, pas in 1840 kwamen er handelaren voor de rubberbomen en mijnbouw in het gebied. Die kochten deze ‘shrunken heads’, schrompelkoppen, van de stam. Om mee te nemen als exotisch stuk voor in hun kunstkabinetten. Er was zelfs rond 1880 zo’n grote vraag naar deze koppen, dat men de eigen mensen ging doden en de koppen verkocht in ruil voor een geweer.
Men haalde de schedel en botten uit het hoofd, deed er een steen in en kookte het dan totdat het hoofd verschrompelde tot de grootte van een vuist. Ogen en mond werden dicht genaaid en men stopte pluggen in de neusgaten en de oren, zodat de geest van de overledene erin bleef. Deze ceremonie van het verkleinen was belangrijk voor de Indianen. De kop kreeg daardoor de kracht van de overwinning.
Maar….de huid werd uiteindelijk heel glad gepolijst met steen. In dit geval is dat niet gebeurd, en er zijn ook veel haren te zien, wat heel ongebruikelijk is. Dit exemplaar is dan ook geen echt mensenhoofd gelukkig, maar het is een replica van geperste varkenshuid. Tot 1930 was er een grote vraag naar de schrompelkoppen, het is pas sinds 1960 verboden.
Waarde schrompelkop: 500 euro
- Herkomst: Rusland
- Datering: ca. 1850
- Materiaal: briljant geslepen diamanten in zilver met gouden achterkant
- Afmetingen: 3 cm. hoog en 2 cm. breed
Het verhaal gaat dat de grootvader van de man van de huidige eigenaresse dit sieraad voor zijn vrouw gekocht heeft van Russische vluchtelingen. Zij verkochten hun sieraden om aan geld te komen. In de familie wordt het ‘het Russische kroonjuweel’ genoemd. Haar schoonmoeder heeft hem een keer gedragen bij de promotie van haar man, zij zelf nog nooit. Ze vindt hem te chique en te klassiek.
Martijn Akkerman: Deze hanger is onderdeel van een groter juweel, het oog hoort er niet aan. Waarschijnlijk is het oorspronkelijk een deel van een ‘devant de corsage’ geweest, het onderste stuk van een heel groot borstjuweel. Het slijpsel, waarbij de ruwe diamant zoveel mogelijk gevolgd is, is typisch Russisch. Zo gebruikte men zoveel mogelijk materiaal.
De voor de revolutie van 1917 gevluchte adel verkocht inderdaad hun juwelen om bijvoorbeeld de kostschool van de kinderen te betalen. De Russen waren erg rijk in de negentiende eeuw en rijkelijk behangen met juwelen. Er is een citaat bekend dat je op feesten liep over parels, robijnen en diamanten. En er was sprake van parels zo groot als pingpong ballen!
Waarde hanger: 15.000 euro
- Voorstelling: beker met molen en wieken
- Maker: Johan Hermanszoon Gramey
- Herkomst: Nijmegen
- Datering: 1670
- Materiaal: zilver
- Afmetingen: 22 cm. hoog en 14 cm. breed
Deze molenbeker is al lang in de familie van mevrouw. Hij staat bij haar in de kast met zilver. Ze heeft er nooit uit gedronken, maar weet wel dat zo’n beker vroeger voor drankspelletjes gebruikt werd. Men deed wijn in de beker en blies op het pijpje zodat de wieken gingen draaien. Als je de wijn niet op had voordat de wieken stopten, moest je voor straf de op het klokje aangegeven hoeveelheid glazen opdrinken.
Expert Emiel Aardewerk vertelt dat men in de zeventiende eeuw ieder excuus aangreep om te drinken, daar werd je tenslotte vrolijk van. Vaak gingen dit soort bekers kapot door die drankspelletjes. Hoe meer alcohol men op had, hoe minder voorzichtig er met de beker werd omgegaan. De wieken zijn heel kwetsbaar, zeker als er veel werd gedronken. Bij deze molen zijn ze ook ingekort en twee wieken waren afgebroken en zijn weer gesoldeerd.
Helaas horen in dit geval de boven- en onderkant van de molenbeker niet bij elkaar. Het is een ‘marriage’ tussen de losse onderdelen, de cuppa en de molen. Waarschijnlijk heeft de molen oorspronkelijk op een glas gezeten, en niet op een zilveren beker. Hoewel Nijmeegs zilver heel zeldzaam is, er zijn maar vier molenbekers uit Nijmegen bekend, is de waarde aanzienlijk lager omdat het hier gaat om een samenstelling. ⇒ ook interessant: Emiel Aardewerk over een 'Hansje in de kelder'
Waarde molenbeker: 12.000 euro
- Voorstelling: Oog met daarin een doodshoofd
- Maker: Maurits Cornelis Escher ( Leeuwarden 1898 – Hilversum 1972)
- Herkomst: Baarn
- Datering: 1946
- Materiaal: papier
- Afmetingen: 15 cm. hoog en 20 cm. breed
De schoonvader van meneer was oogarts, een van zijn patiënten heeft hem dit in 1949 na een operatie uit dank gegeven. Het heeft heel lang in de spreekkamer van de oogarts gehangen. Uiteindelijk wilde geen van zijn vier kinderen het hebben, maar de vrouw van de huidige eigenaar nam het uiteindelijk mee naar huis. Hij heeft het wel eens eerder meegenomen naar Tussen Kunst en Kitsch, maar toen stond er zo’n lange rij bij de expert van prenten dat hij het toen niet heeft laten beoordelen. Door de Corona maatregelen kon hij dit keer online een foto insturen, waarop hij werd uitgenodigd voor een opnamedag.
Willem de Winter: Escher is een bekend graficus, hij hoort bij de groten uit de Nederlandse twintigste eeuw. Hij is beroemd geworden met zijn vlakvullingen en optische illusies van onmogelijke voorstellingen. Dit is een ‘mezzotint’, een techniek waardoor je fijne en bijzondere nuances kunt aanbrengen, met halftonen en veel contrast. In zijn oeuvre van circa 450 prenten zijn maar 7 mezzotinten bekend.
De voorstelling, een oog met een doodshoofd erin, is niet zo aantrekkelijk en dus niet zo commercieel. Escher was geïnspireerd door de bol en de reflectie daarin, dat vond hij interessant. Tegelijkertijd lijkt het alsof we naar de dood kijken, met dat doodshoofd in het oog. Misschien heeft hij dit ook gemaakt nadat hij erachter kwam dat zijn leermeester, Samuel Jessurun de Mesquita, de oorlog niet had overleefd.
Waarde prent: 50.000 euro
Tussen Kunst en Kitsch Extra: Escher
Direct na de uitzending wordt op NPO 2 Extra doorgepraat over één van de bijzondere vondsten uit een aflevering van Tussen Kunst en Kitsch. NPO 2 Extra vind je bij Ziggo op kanaal 222, bij KPN, Telfort en XS4ALL op kanaal 88 en bij T-Mobile op kanaal 381.