In Tussen Kunst en Kitsch vanuit CODA in Apeldoorn, taxeert Jaap Polak twee zilveren tazza’s en krijgt Jan Beekhuizen een vijzel onder ogen.
Twee zilveren tazza’s
- herkomst Indonesië of Indoportugees
- datering 19e eeuw
- materiaal zilver
- afmetingen 17 cm hoog, 16 cm doorsnede
Meneer heeft deze zilveren coupes 25 jaar geleden geërfd. Ze zijn in een koffer onder zijn bed beland en in de loop der jaren vergeten. Toen hij de koffer recent openmaakte, waren ze helemaal zwart geworden. Hij dacht eerst dat de objecten van tin waren. Na een flinke poetsbeurt zien ze er weer prachtig uit en hij vindt ze erg mooi, in tegenstelling tot zijn vrouw die ze niet mooi vindt.
Expert Jaap Polak vertelt dat deze zilveren coupes zijn gemaakt van dun filigrain. Ze zijn van zeer hoogstaande kwaliteit. De vorm van de tazza’s is zeer zeldzaam. Het is een groot stuk voor filigrain en heel fijn vervaardigd in Indonesië of aan de oostkust van India, te Goa. Ze werden als sierobjecten gebruikt, en wellicht af en toe om zoetigheden in te presenteren. Indonesische vorsten, Portugezen en kooplieden van de V.O.C. kochten dergelijke stukken van filigrain. Catharina de Grote was een groot verzamelaarster van filigrain, waarna het in Europa ook in de mode kwam. Je mag het poetsen, maar vanwege de fragiele draadjes is dat erg moeilijk.
Een vijzel
- met inscriptie Hendrerk Ubbens Groningen D.30 november A. 1734
- maker Johannes Borchardt (werkzaam 1733-1755)
- herkomst Groningen
- datering 1734
- materiaal brons (koper/tin legering)
- afmetingen 24 cm hoog, 30 cm doorsnede
Meneer had een apotheek in Groningen, zijn vader ook al en die had een aantal vijzels staan. Een antiquair kwam in de apotheek en bood nog een veel grotere te koop aan voor 10.000 gulden. Daar is meneer op in gegaan. Inmiddels is de apotheek verkocht, maar de vijzels heeft de familie meegenomen. Deze heeft wel 20 jaar in de apotheek gestaan, hij weegt maar liefst 25 kilo. Een paar honderd meter verderop in Groningen was apotheek Sissing, de apotheek van de vader van presentator Frits Sissing.
Expert Jan Beekhuizen vertelt dat de vijzels werden gemaakt door geschut- en klokkengieters. Dit soort vijzels werd niet thuis gebruikt, maar door apothekers. Soms voor de sier op de toonbank, of vast in een blok op het werkblad van de apothekers om er poeders voor de pillen in te malen. Vooral het grote het formaat van deze vijzel is bijzonder. De vijzel is gemaakt door Johannes Borchhardt.
De naam die op de buitenzijde is aangebracht is Hendrerk Ubbens. Hij was een drogist in Groningen. Bijzonder is dat de vijzel ook volledig gedateerd is. Vaak liet men zo’n vijzel maken als men afgestudeerd was als apotheker, dan liet men er ook een specifieke datum bij zetten. Zo’n vijzel was onder andere een statussymbool.