In 'Van oud geld, de dingen, die niet voorbij gaan' portretteert Jort Kelder oude adelijke geslachten in hun streven om de familie, 'het huis' en hun eeuwenoude tradities in stand te houden. Jort kijkt met de vier families naar hun leven en de toekomst.
Een vraag staat centraal: Hoe kan het landgoed goed overgedragen worden op de volgende generatie? Ondanks de grandeur is een landgoed ook gewoon een bedrijf waar hard gewerkt moet worden. Ofwel: is er licht aan het einde van de oprijlaan?
Zij weten: 'wij zijn de continuïteit'
Sinds de wet van het adeldom komen er geen adellijke families bij. De overblijvers vechten voor hun voortbestaan en heel veel families leven een Spartaans bestaan. Ze zouden ook niet anders willen, want in een steeds vluchtigere wereld weten zij, wij zijn de continuïteit.