In 'Van oud geld, de dingen, die niet voorbij gaan' portretteert Jort Kelder oude adelijke geslachten in hun streven om de familie, 'het huis' en hun eeuwenoude tradities in stand te houden. 'Het is leuk om tradities in stand te houden en het is natuurlijk helemaal niet belangrijk, maar het is zo leuk om ze wel te benoemen en je kinderen er iets van te leren. Dat geeft wat sjeu aan het leven.'

We leren meer over de tradities van de adel die vaak al eeuwen worden doorgegeven. Een naam, een huis, bezittingen en rituelen; die geef je door. Je bent een passant in de lange lijn van de historie. We zien hoe de vier geportretteerde geslachten omgaan met hun tradities.

Hoe houd je het landgoed in het bezit van de familie?

Vanaf 1848 'begon de neergang' voor de adellijke families. De democratie begon, ze verloren bestuursfuncties, de belastingen én personeelskosten gingen omhoog. De adel verarmde langzaam maar zeker. Een eeuw later vechten ze voor hun voorbestaan, volgens Jort 'met opmerkelijk zelfbewustzijn'. Om de landgoederen te behouden, want de kastelen en villa's horen nu eenmaal in de familie te blijven, krijgen deze een nieuwe commerciële bestemming. Zo is de ene familie begonnen met een jaarlijkse fair op hun erf en begint de andere familie een B&B.

Waar ga je als jonker of freule studeren?

Een andere traditie die door menig adellijk familie in stand wordt gehouden is de plek waar een studie door de kinderen wordt genoten. Van oudsher zijn Leiden en Utrecht eigenlijk dé steden waar de kinderen gaan studeren. Mogen de kinderen tegenwoordig zelf een keuze maken? 

blockquote
Zo is het, zo was het en zo zal het altijd zijn.
Jort Kelder in Van oud geld, de dingen, die niet voorbij gaan

Deel dit artikel