Het kleinste lid van de Hertenfamilie kun je bijna overal in Nederland tegenkomen; de ree.
Nederlands landschap
De ree voelt zich in veel verschillende landschappen thuis. Je kunt ze vaak zien in de schemering op een veld tegen de bosrand aan, of overdag midden in het bos. Een mix van open ruimte met nabije beschutting is ideaal voor de ree. Dat is dan ook de reden dat de ree veel voortkomt in het Nederlandse landschap.
Gewei
Het mannetje (de reebok) heeft een klein gewei met in totaal vier tot zes takken. Zoals gebruikelijk bij herten heeft het vrouwtje (de reegeit) geen gewei. Ze hebben allebei een zwarte neus en witte kin. De geelbruine of roodbruine zomervacht wordt grijzer en donkerder in de winter. Het mannetje heeft een niervormige witte vlek op het achterste, het vrouwtje een hartvormige die groter wordt als er gevaar dreigt.
De draagtijd
De draagtijd van een ree kent een bijzonderheid, de ree kent namelijk kiemrust. Het is het enige hoefdier waarbij de ongeboren vrucht zich ontwikkelt in een verlengde draagtijd. De bronst duurt van juli tot half augustus, een periode waarin de reegeit de reebok opzoekt en de bok de geit achtervolgt. Na de paring en de bevruchting begint de draagtijd. Na een paar dagen belandt de bevruchte eicel in de baarmoeder en dan begint de kiemrust. De kiemvertraging duurt ongeveer vier maanden; er is sprake van een vertraagde implantatie. Pas midden december begint het embryo zich snel te ontwikkelen. Waarna het kalf wordt geboren in de periode van mei tot juni
Waddenzee
Leuk weetje: reeën kunnen zwemmen en soms gebruiken ze die vaardigheid om de Waddenzee over te lopen en delen door het water te gaan. Zo kwamen ze op Schiermonnikoog en Ameland terecht.