Wanneer een hinde (vrouwtjeshert) zwanger is, draagt zij haar jong ongeveer 250 dagen bij zich. Tegen het einde van de zwangerschap zal zij zich afzonderen van de roedel, zodat ze in alle rust haar jong kan werpen.

Het pasgeboren kalf wordt door de moeder in de struiken verstopt. Het kalfje kan al binnen een paar minuten lopen, maar blijft de eerste twee weken nog in de bosjes verstopt. Gelukkig is een jong kalfje geurloos, en het heeft een goed gecamoufleerde vacht. Op deze manier is hij of zij veilig voor roofdieren. De moeder komt tijdens deze twee weken alleen maar terug om het kalf te voeren. Na deze periode gaat het kalf mee naar de roedel, waar gelukkig ook andere kalfjes zijn. Vaak zijn er zo veel andere kalfjes, dat het een soort crèche lijkt: een gezellige speelplaats.

Deel dit artikel