Isabelle Huppert, de beroemdste actrice van Frankrijk, durft alles aan. Ze speelt vaak complexe, lastige en soms zelfs gevaarlijke vrouwen. In dit portret reflecteert de Franse vakvrouw zelf in voice-over op haar films en op haar vak.
Deze Close Up is nu al op deze pagina te bekijken en wordt zaterdag 9 mei 2020 om 23.15 uur ook uitgezonden op NPO 2.
Als beginnend actrice wordt haar gevraagd wat haar grootste ambitie is. Daarop antwoord Huppert: 'Alles'. En dat terwijl ze als kind helemaal niet per se actrice wilde worden. 'Ik weet niet precies waarom ik dit vak heb gekozen. Ik kan me niet herinneren dat ik een actrice wilde worden'.
Als kind wordt ze veel gefilmd door haar vader. Huppert haalt de herinnering op van haar vader, die films op een groot scherm projecteerde. Films van Chaplin en Laurel en Hardy. Een van de eerste films die ze in de bioscoop zag was My Fair Lady met Audrey Hepburn.
'Zodra ik klaar ben met een film, vraag ik me af hoe ik dat allemaal heb kunnen doen'. Dat dacht ze ook toen ze klaar was met Elle, de thriller van Paul Verhoeven waarin ze een vrouw speelt die verkracht wordt en vervolgens tracht door te gaan met het gewone leven. 'Als ze me nu zouden vragen het over te doen, zou ik dat niet kunnen doen. Ik wist niet dat ik zoveel mogelijkheden in me had'.
Huppert vertelt over de indrukken die ze kreeg en de mensen die ze ontmoette bij het maken van films als Les Valseuses (1974) en La Dentellière (1977). 'Het was allemaal nieuw voor me, ik ontmoette mensen als Yves Montand en Romy Schneider. Het was zeker een interessante manier om in dit vak te beginnen.'
Ze speelt in de beginjaren veelal het verlegen en stille meisje. 'Rollen met veel tekst vind ik moeilijker dan zwijgzame rollen. In een film kun je zoveel uitdrukken met blikken en stiltes. Dat is de kunst van de stilte'. Later wil ze graag wraakzuchtigere rollen spelen, waarin ze een assertiever personage speelt. Die wens komt uit. In de film Violette Nozière (1978) speelt ze een meisje dat haar ouders vermoord. Die rol sprak haar erg aan, ze was meteen geïnteresseerd. 'Ze is een fascinerend, vreemd personage dat voortdurend liegt.' Huppert houdt van personages die een beetje uit balans zijn.
Ook vind Huppert het prettig als er een subtiele overgang is van realiteit naar fictie. Zo zat ze voor een film tijdens een scene ooit in de kroeg met haar medespeler een privégesprek te voeren, toen plots het rode cameralampje aan ging. Toen belandden ze ineens in de film. Improviseren doet ze dan ook. 'De acteur begeeft zicht blind naar de rand van een afgrond. Dat heet vertrouwen. Een film is altijd een sprong in het onbekende'. Volgens Huppert voelt elke film alsof het de eerste keer is.
“Jarenlang verafgoode ik regisseurs”
Ook de band die ze met de regisseurs opbouwt zorgt ervoor dat ze als actrice volledig haar gang kan gaan. 'Jarenlang verafgoode ik regisseurs. Ik had een bijna kinderlijke band met ze. Ik beschouwde ze als goden, als vaders. Een voorbeeld is regisseur Claude Chabrol, daar heeft ze zeven films mee gemaakt. 'Bij Chabrol heb je het gevoel dat je onvervangbaar bent. Ook al is dat niet zo. Hij filmde me zoals een vader zijn kind zou filmen.'
In de documentaire stipt ze ook haar privéleven aan. Huppert nam een acteerpauze en wilde geen camera's en crew om haar heen. Voor Huppert is iedere personage dat zij vertolkt een middel om zichzelf beter te leren kennen, maar er is echt een verschil tussen haar leven en de personages die ze speelt. 'Ik hou niet van die clichés en mythes over actrices als breekbare wezens, die kampen met demonen. Dat is leugenachtig en oninteressant. Zo is het beroep van actrice niet. Er is een neiging tot voyeurisme. Ik wil geloofwaardig zijn tijdens het optreden. Maar het gaat er niet om of ik ook echt zo ben. Ik wil echt af van dat idee.'