2020 beloofde een belangrijk jaar te worden in de carrière van sopraan Laetitia Gerards (27), met een hoofdrol bij de Nationale Reisopera in Bruid te koop! Totdat het coronavirus haar concertagenda leeg veegde. Met pianist en componist Thomas Beijer werkte ze vervolgens aan een liederencyclus over eenzaamheid en huidhonger.
Dit artikel is afkomstig uit het magazine 'AVROTROS Klassiek presenteert Laetitia Gerards'. Met talenttraject 'AVROTROS Klassiek presenteert' ondersteunen wij de topmusici van morgen met datgene waar we goed in zijn: opnames maken en een podium op radio en tv. Steun ook jong talent als Laetitia en word lid!
Interview: Minou op den Velde
Wie in het hart van de Amsterdamse Baarsjes woont kan zomaar een geluksvogel zijn. In een tuinhuis in een van de binnentuinen oefent Laetitia Gerards dagelijks haar zangpartijen. Alle concerten worden gerepeteerd in deze behaaglijke studio vol boeken en natuurprenten. Laetitia: ‘Ik zing soms best hard, maar de bovenbuurman zegt altijd: “Laat alsjeblieft die deur open, of moet ik geld naar beneden gooien?”’
Laetitia begint op haar vijfde met cello spelen. Als puber studeert ze cello aan de Young Musicians Academy in Tilburg en stort zich op kamermuziek. Maar op haar negentiende meldt ze zich - verrassing - bij het Conservatorium van Amsterdam, om in 2016 summa cum laude af te studeren in operazang. Laetitia: ‘Ik dacht heel lang dat ik cellist ging worden, maar voor optredens was ik heel zenuwachtig. In een orkest ging het wel, maar als ik solo moest spelen kreeg ik zweethanden. De strijkstok gleed soms bijna uit mijn hand. Ik was een verlegen kind. Ik durfde de weg niet te vragen of de tandarts te bellen voor een afspraak. Nieuwe mensen vond ik eng. Thuis was ik altijd bezig om mijn zussen te regisseren met dansjes en toneelstukjes. Ik had naast die cello iets nodig waarin ik wat meer gek kon doen. Dus ging ik op toneelles. Ik wilde acteren! Voor een toneelstuk moest ik wat gitaarspelen en zingen. Dat klonk best aardig. Musical leek me wel wat. Want bij klassieke concerten zag ik de zangers vaak met een liedboek staan, dat vond ik tuttig. Ik ben altijd wat stoerder geweest, een beetje gothic.’
Drie jaar studeert ze muziektheater. ‘Het was leerzaam en leuk. Maar “leuk’’, kun je dat je hele leven doen? Muziek moet je inspireren, fascineren, uitdagen. Musicals van Bernstein en Gershwin, daar ging mijn hart wél snel van kloppen. Wat betekende dat? Moest ik niet terug naar de klassieke wereld? Op YouTube zocht ik opera's op. Vooral Puccini vond ik fantastisch. De mooiste muziek ooit.’ Zang blijkt de juiste keus. Laetitia wint de eerste prijzen op het Junior Deutekom Concours en het Prinses Christina Concours. Een jaar later volgt de Concertgebouw Young Talent Award, en concerten van Moskou tot Los Angeles.
“Hoe meer ik geaard ben, hoe beter ik zing.”
De brievenbus kleppert. Twee blauwe enveloppen buitelen op de mat. Laetitia springt op. ‘Ook dat nog. Al mijn werk is afgezegd. Ik heb al wat hoofdrollen mogen zingen, maar Marshenka was echt de leading role. Vanaf vorig jaar heb ik me hard voorbereid om die rol te gaan knallen, maar twee dagen voor de première hoorden wij dat het niet doorging. In een opera lig je met elkaar in bed te zoenen en zing je op centimeters van elkaars gezicht. Het gaat even duren voordat dat weer kan. De afgelopen maanden ben ik heel veel gaan joggen, want ik moest toch ergens mijn adrenaline kwijt en mijn conditie vasthouden. Nu ren ik 10 kilometer in 53 minuten zonder buiten adem te raken. (lacht) Dat had ik nooit verwacht! Daarna doe ik in het tuinhuis ademoefeningen en grondoefeningen. Hoe meer ik geaard ben, hoe beter ik zing. Dat zingen doe je met je hele lichaam en als je niet goed in je vel zit, hoor je dat meteen. Dat vond ik vroeger zo heerlijk aan de cello: als je bij het studeren een kutdag had, zette je hem in de kist. Dag! Als het zingen bij mij op een dag niet lukt ga ik ook iets anders doen, maar ik neem mijn stem wel de hele tijd mee. O man, ik heb zoveel zin om naar een festival te gaan en lekker te dansen! En bij wijze van spreken mijn stem kwijt te raken.’
Laetitia studeert elke dag en wil nog veel leren. ‘Wij zangers hebben in onze keel onze belangrijkste spieren zitten, en ook je middenrif en conditie moet je blijven trainen. Ik ben intensief bezig om mijn techniek te verbeteren. Dat de resonans beter is, en ik over een orkest van 80 man heen kan komen zonder microfoon. En ik werk aan mijn ademsteun, zodat ik een lange lijn kan zingen zonder dat ik uitgeput ben op het einde. Zangers zijn nooit klaar met leren. Omdat het lichaam verandert, en omdat je je persoonlijk ontwikkelt en betere technische keuzes kunt maken. De stem die ik op mijn 19e had toen ik begon met zingen en de stem die ik straks op mijn 40e heb, is niet hetzelfde. Je moet ook zingen wat gezond is voor je stem. Een heftig concert van Wagner, waarbij je drie uur lang over een orkest van 100 man moet zien te komen, daar heb ik de stem nog niet voor, of misschien wel nooit.’
“Opgaan in het moment is het gaafste.”
Tijdens een optreden in het Concertgebouw ontmoet ze pianist en componist Thomas Beijer. Samen met hem nam ze haar debuut-cd op. Hij beloofde voor haar een compositie te schrijven om op te nemen op haar cd. 'In die eerste maanden van de coronatijd was Thomas niet erg geïnspireerd. Ik vroeg me af hoe ik bij hem het vuurtje kon aanwakkeren om iets te creëren. Ik zei: “Je moet een liederencyclus schrijven, over deze situatie.” Hij ging meteen aan de slag. Het zijn vijf klassieke stukken geworden, met invloeden van Bernstein en Poulenc. Het thema is eenzaamheid en huidhonger.’
Gevraagd naar haar toekomstplan, heeft Laetitia een duidelijk doel voor ogen. ‘Mezelf uitdagen. Steeds complexere stukken zingen. Het gaafste moment dat ik kan bereiken als ik in een opera sta, is opgaan in het moment. Als ik mezelf vergeet en in een rol kan kruipen, is het publiek er helemaal niet. (straalt) Ik had het met een doorloop-repetitie bij de Reisopera. Ik was niet enorm met de noten bezig of met overgangen in het acteren. Nee, ik wás Marshenka, ik uitte mijn gevoel en zong die prachtige noten. Ik bedacht het op dat moment. Dat is het ultieme.’