Krijgen we binnenkort weer een olympisch kampioen 100 meter vrije slag?

AVROTROS

Pieter van den Hoogenband wint in het jaar 2000 de 100 meter vrije slag op de Olympische Spelen in Sydney. Met goede zwemmers en zwemsters als Pieter van den Hoogenband, Inge de Bruijn en Ranomi Kromowidjojo zijn we verwend geraakt. Maar de laatste twee Olympische Spelen haalden de Nederlandse zwemmers helemaal niets. Het zwemmen zit in een dip na de prestaties van Pieter, Inge en Ranomi.

Wat is er nodig voor een zwemmer of zwemster om eindelijk weer eens olympisch goud te halen op de 100 meter vrije slag? In Sportlab Sedoc gaat Gregory Sedoc in gesprek met bewegingswetenschappers. Hij onderzoekt of er tijd valt te winnen bij de start, welke invloed je handen hebben op de druk van het water en hoe je het best kunt keren.

Pieter van den Hoogenband

In het sportlab ontvangt Gregory oud zwemmer Pieter van den Hoogenband om te onderzoeken hoe hij de gouden medaille op de Olympische Spelen heeft kunnen winnen. Door Pieter zijn bouw creëerde hij een optimale techniek ‘de hoge elleboog’. Deze manier van zwemmen gaf hem extra veel kracht, waardoor hij wedstrijden wist te winnen. Ondanks de nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen blijft hij de laatste Nederlander die een gouden olympische medaille heeft gehaald op de 100 meter vrije slag.

Hoge elleboog

Zwembad

Gregory Sedoc reist af naar de Tongelreep in Eindhoven om te kijken waar extra secondes te winnen zijn tijdens wedstrijden. In het Pieter van de Hoogenband zwembad neemt hij elk onderdeel onder de loop, van de start tot en met de finish. Dankzij vijfentwintig speciale camera’s kunnen bewegingswetenschappers in het trainingsbad talenten opnemen en analyseren. De start-, keer- en slagtechniek, de geleverde krachten van de zwemmer, de weerstand in het water en de weerstand van de zwemmer. Nergens in de wereld kunnen ze het op deze manier tot in de diepte analyseren als in Eindhoven. Met deze kennis is het mogelijk om het verschil te maken tussen een goede en gouden prestatie.

AVROTROS

Bewegingswetenschappers analyseren Gregory Sedoc

Dive in one hole

De start is erg belangrijk bij de 100 meter vrije slag. Door de startblokken, die in Eindhoven worden gebruikt om talenten te meten, zijn de bewegingswetenschappers erachter gekomen dat de techniek ‘dive in one hole’ ervoor zorgt dat de sporter zo min mogelijk druk van het water ervaart. De zwemmer maakt een gat met zijn handen en probeert vervolgens heel zijn lichaam door het gat te duwen.

Stan Pijnenburg

Gregory ondergaat alle fases van het zwemmen in het Pieter van den Hoogenband zwembad. Zijn prestaties worden gemeten door bewegingswetenschapper Roald van der Vliet, om vervolgens vergeleken te worden met de talentvolle Stan Pijnenburg. Stan heeft zijn eerste Olympische Spelen in Tokio achter de rug. In het Pieter van den Hoogenband zwembad traint hij voor de volgende Spelen in Parijs. Hij is van plan om hier zijn eerste olympische medaille binnen te slepen.

“Ik heb in Tokio mogen proeven en wil in Parijs gaan oogsten”
Stan Pijnenburg

Je ziet het in Sportlab Sedoc, vrijdag 1 juli om 22.20 uur op NPO 2. 

Sportlab Sedoc terugkijken